Aanwijzing wateren vrije hengel
De staatssecretaris van Landbouw en Visserij,
Gelet op artikel 21, tweede lid, onderdeel c, Visserijwet 1963
Gezien het verzoek van het Recreatieschap Sneeker Meer en van het Recreatieschap Noord-West Utrecht;
Gezien het verzoek van burgemeester en wethouders van de volgende gemeenten: Ede, Dordrecht, Kampen, Stadskanaal, Roden, Werkendam, Smallingerland, Hoorn, Vianen, Uithoorn, Raamsdonksveer, Leerdam, Hardinxveld-Giessendam;
Gezien het verzoek van het Waterschap Westfriesland;
Artikel 1
Als water, waarin voor het vissen met niet meer dan één hengel, geaasd met ingevolge artikel 10, zevende lid, onderdeel a, van de Visserijwet 1963 (Stb. 312) aangewezen aas, het verbod van artikel 21, eerste lid, van de Visserijwet 1963 niet geldt, worden aangewezen de in de bij deze regeling behorende bijlage genoemde wateren.
Artikel 2
De beschikkingen van de minister van Landbouw en Visserij van: 4 februari 1974 (Stcrt. 29); 14 oktober 1974 (Stcrt. 201); 25 januari 1980, nr. J.137 (Stcrt. 21); 5 februari 1981, nr. J.784 (Stcrt. 26); 25 november 1981, nr. J.7548 (Stcrt. 321); 18 december 1981, nr. J.6614 (Stcrt. 51); 20 april 1982, nr. J.1822 (Stcrt. 79); 16 juni 1982, nr. J.3046 (Stcrt. 116); en mijn beschikkingen en regelingen van: 24 augustus 1982, nr. J.4502 (Stcrt. 164); 6 december 1982, nr. J.6787 (Stcrt. 238); 3 mei 1983, nr. J.2781 (Stcrt. 88); 9 maart 1984, nr. J.306 (Stcrt. 54); 9 maart 1984, nr. J.309 (Stcrt. 54); 4 januari 1985, nr. J.7760 (Stcrt. 6); 18 maart 1985, nr. J.480 (Stcrt. 56) worden ingetrokken.
Artikel 3
Deze regeling wordt bekendgemaakt in de Nederlandse Staatscourant en treedt in werking met ingang van 1 juni 1985.
De van Landbouw en Visserij