Aanwijzing van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 5 oktober 2007, nr. MC-U-2803757, op grond van artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg, inzake tweedelijns geneeskundige geestelijke gezondheidszorg
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg;
Na 11 juli 2007 schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal (Kamerstukken II, 2006/07, 29689, nr. 143);
Artikel 1
Deze aanwijzing is van toepassing op zorg of dienst als omschreven bij of krachtens de
Zvw voorzover die wordt geleverd door instellingen voor medisch specialistische zorg verleend door psychiaters en overige zorgaanbieders die zijn toegelaten voor zorg aan verzekerden met een psychiatrische aandoening of zorgaanbieders van wie de zorg is gericht op verzekerden met een psychiatrische aandoening met uitzondering van eerstelijnspsychologische zorg.
Ter uitvoering van dit besluit stelt de Nederlandse Zorgautoriteit, verder te noemen zorgautoriteit, beleidsregels vast.
1.
De zorgautoriteit voert met ingang van 1 januari 2008 een bekostigingssystematiek in voor de in
artikel 1 bedoelde zorg. De prestatiebeschrijvingen in deze bekostigingssystematiek zijn gebaseerd op diagnose behandeling combinaties (DBCs) voor de geestelijke gezondheidszorg (ggz).
2.
De zorgautoriteit voert met ingang van 2008 voor instellingen, die ultimo 2007 waren toegelaten en die voor 2007 productieafspraken hebben gemaakt met een zorgkantoor, voor de prestaties tarieven in als bedoeld in
artikel 57, vierde lid, onder a, van de Wet marktordening gezondheidszorg. Het budget dat deze instellingen met hun zorgverzekeraar afspreken wordt gebaseerd op de in 2007 bestaande NZa-parameters; hierbij hebben de ambulante parameters een maximum karakter net als in het jaar 2007.
3.
Het DBC tarief wordt door de instellingen bedoeld in het tweede lid uitsluitend gebruikt voor het in rekening brengen van de geleverde zorg.
4.
De zorgautoriteit stelt per instelling bedoeld in lid 2, een verrekentarief vast, waarmee eventuele discrepanties tussen het afgesproken budget en de daadwerkelijke vulling van dat budget in 2008 (met DBC tarieven) wordt verrekend. Hierbij wordt uitsluitend de daadwerkelijk geleverde zorg bekostigd.
Artikel 4
De zorgautoriteit hanteert bij het vaststellen van de beleidsregels het budgettaire kader zoals dat in de begroting van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor het jaar 2008 wordt vastgesteld.
Artikel 5
Deze aanwijzing treedt terstond in werking en wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.