Aanwijzing overleg- partijen loodsgeldtarief
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
Ten behoeve van het overleg met de algemene raad van de Nederlandse loodsencorporatie over de herziening van de loodsgeldtarieven, worden met ingang van 1 oktober 1995 aangewezen:
Gelet op artikel 28, eerste lid, van het Loodsgeldbesluit 1995;
I.
de volgende openbare lichamen, betrokken bij het bestuur en beheer van een of meer zeehavens:
a.
het Havenschap Delfzijl/Eemshaven;
b.
de gemeente Harlingen en de gemeente Den Helder, die gezamenlijk één vertegenwoordiger aanwijzen;
c.
het Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied;
d.
de gemeente Rotterdam;
e.
de gemeente Dordrecht;
f.
het Havenschap Vlissingen en het Havenschap Terneuzen, die gezamenlijk één vertegenwoordiger aanwijzen;
II.
de volgende organisaties in het scheepvaart- en havenbedrijf:
a.
de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders;
b.
de Vereniging van Noord-Nederlandse Scheepvaartkantoren;
c.
de Vakgroep Cargadoorsbedrijven der Scheepvaartvereniging Noord;
d.
de Vereniging van Rotterdamse Cargadoors;
e.
de Vereniging van Rotterdamse Containerbedrijven;
f.
de Vereniging van Vlissingse Cargadoors en de Maritieme Vereniging Terneuzen, die gezamenlijk één vertegenwoordiger aanwijzen.
’s-Gravenhage, 14 september 1995