» Energiewijzer « advertorial
Bespaar geld en stap over!
Energiewijzer.nl, eerlijk over energie.

Juridische vacatures

Inhoudsopgave
Artikel 1
Artikel 2
Artikel 3

Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag

Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht

Aanwijzing opsporingsambtenaren voor de Wegenverkeerswet 1994

Bwb-id:

BWBR0007064

Officiele titel:

Citeertitel:

Aanwijzing opsporingsambtenaren voor de Wegenverkeerswet 1994

Soort regeling:

Ministeriële Regeling

Wetsfamilies:

Wetboek van Strafvordering
Wet op de economische delicten
Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar
Aanwijzing opsporingsambtenaren voor de Wegenverkeerswet 1994

Eerst verantwoordelijk ministerie:

Veiligheid en Justitie

Geldigheidsdatum:

10 juni 2023

Ingangsdatum:

1 januari 1995

Let op. Deze wet is vervallen op 2 januari 2005. U leest nu de tekst die gold op 1 januari 2005.

Download PDF-versie
Stuur deze regeling door via email
Stel een juridische vraag
Voeg toe aan favorieten

» Vergelijk internet, digitale tv en bellen «advertorial
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!

Aanwijzing opsporingsambtenaren voor de Wegenverkeerswet 1994

De Minister van Justitie,

Gelet op artikel 142, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering en artikel 44, vijfde lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;

Besluit:

Artikel 1

1.

Personen die op 31 december 1994 bevoegd zijn tot het opsporen van strafbare feiten op basis van de Wegenverkeerswet, zijn na de inwerkingtreding van de Wegenverkeerswet 1994 bevoegd tot opsporing van de feiten die bij of krachtens de Wegenverkeerswet 1994 strafbaar zijn gesteld.

2.

Onder personen, bedoeld in het eerste lid, worden verstaan personen, bedoeld in artikel 3, hoofdstuk 2, afdeling 1 van de Invoeringswet Politiewet 1993 en artikel 3, eerste lid, onder b, van de Politiewet 1993.

Artikel 2

1.

De opsporingsbevoegdheid, bedoeld in artikel 1 blijft gelden tot het moment waarop onherroepelijk is beslist op de aanvraag tot beëdiging als buitengewoon opsporingsambtenaar, voor zover die aanvraag vóór 1 april 1995 is ingediend bij de procureur-generaal.

3.

Indien voor 1 april 1995 ten behoeve van de in het eerste lid genoemde persoon geen aanvraag tot het beëdigen van de desbetreffende persoon is ingediend, vervalt de in het eerste lid bedoelde opsporingsbevoegdheid op 1 april 1995.