De Minister van Verkeer en Waterstaat,
aan te wijzen als oppervlaktewateren ten aanzien waarvan de in artikel 3, tweede lid, van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren bedoelde bevoegdheden zullen worden uitgeoefend door Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland:-
het gedeelte van het winterbed aan de linkeroever van de Lek, omvattende de buitendijkse bebouwing van het dorp Everdingen;-
het gedeelte van het winterbed aan de linkeroever van de Lek, omvattende de Binnen-Nes onder de gemeente Groot-Ammers;-
het gedeelte van het winterbed aan de linkeroever van de Lek, omvattende de bebouwing van het meest noordelijke gedeelte van de polder 'Elshout' onder de gemeente Nieuw Lekkerland.
Deze beschikking treedt in werking op de dag na die van de afkondiging in de Nederlandse Staatscourant en werkt terug tot 1 januari 1979.
Gelet op het schrijven van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland van 23 januari 197), kenmerk Afd. 7. nr. B 100943, waarin instemming wordt betuigd met de nader te noemen aanwijzing;
Gelet op het ingekomen ambtsbericht:
Gelet op artikel 3, tweede lid, van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren en artikel 4 van het Uitvoeringsbesluit verontreiniging rijkswateren.