Aanwijzing van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 28 november 2013, kenmerk 169317-113129-MC, op grond van artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg inzake macrobeheersinstrument voor de geneeskundige geestelijke gezondheidszorg
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg,
Na op 30 september 2013 schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal (Kamerstukken II 2012/13, 25 424 nr. 230) als bedoeld in artikel 8 van de Wet marktordening gezondheidszorg,
a.
minister: Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
b.
wet:
Wet marktordening gezondheidszorg ;
d.
geneeskundige geestelijke gezondheidszorg: zorg als bedoeld in de wet van 2 november 2006 tot wijziging van het tijdstip waarop die zorg deel uitmaakt van de aanspraken ingevolge een zorgverzekering als bedoeld in de
Zorgverzekeringswet (Stb. 2006, 630, artikel III);
Artikel 2. Werkingssfeer
Deze aanwijzing is van toepassing op de geneeskundige geestelijke gezondheidszorg en de dyslexiezorg.
2.
De individuele grens is, indien de macrogrens niet is overschreden, gelijk aan de door die zorgaanbieder in het betreffende jaar gerealiseerde omzet.
3.
De individuele grens is, indien de macrogrens is overschreden, gelijk aan het procentuele aandeel van de gerealiseerde omzet van die zorgaanbieder in de totale omzet van dat jaar van alle zorgaanbieders gezamenlijk, vermenigvuldigd met de macrogrens.
4.
Tot de in 2014 gerealiseerde omzet van een zorgaanbieder behoort mede het door de zorgautoriteit voor die zorgaanbieder vastgestelde verrekenbedrag op basis van de aanwijzing verlenging beschikbaarheidbijdrage en bijzonder transitiemodel GGZ.
5.
Tot de gerealiseerde omzet van een zorgaanbieder wordt niet gerekend het verrekenbedrag dat voortvloeit uit de toepassing van de beleidsregels van de zorgautoriteit ter uitwerking van het bepaalde in
artikel 7 van de Aanwijzing nhc’s.
2.
De zorgautoriteit stelt de afdracht bedoeld in het eerste lid, vast op basis van het door de minister te verstrekken bedrag dat de zorgautoriteit als basis dient te nemen voor handhaving van de macrogrens.
3.
Indien de kosten van de afdracht en inning van dit bedrag niet in verhouding staan met baten, kan de zorgautoriteit inning achterwege laten.
Artikel 6. informatieverstrekking
Ter vaststelling van de individuele grenzen, bedoeld in
artikel 4 verstrekken zorgverzekeraars de zorgautoriteit een opgave op basis waarvan de zorgautoriteit de procentuele aandelen van de omzet van die zorgaanbieder in de totale omzet kan vaststellen. De zorgautoriteit legt die verplichting in een regel vast.