Aanwijzing van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 13 december 2010, nr. MC-U-3039968, op grond van artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg, inzake een experiment voor de DOT-productstructuur
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg;
Na 14 september schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal (Kamerstukken II 2009/10, 29 248, nr. 132);
Gezien het verslag van een schriftelijk overleg van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van 18 november 2010 inzake de voorhangbrief experiment Sint Maartenskliniek (Kamerstukken II, 2010/11, 29 248, nr. 154);
Artikel 1
In deze aanwijzing wordt verstaan onder:
a.
minister: de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
b.
wet: de
Wet marktordening gezondheidszorg ;
d.
DBC: Diagnose behandeling combinatie, het geheel van prestaties van zorgaanbieders voortvloeiend uit de zorgvraag waarvoor een cliënt de zorgaanbieders consulteert;
e.
DOT: DBC’s op weg naar transparantie;
f.
FB: Functiegericht Budget.
1.
Deze aanwijzing heeft betrekking op een experiment met de in
artikel 4 omschreven doelstelling.
2.
Het experiment beperkt zich tot zorg geleverd op één locatie door een instelling voor medisch specialistische zorg bestaande uit orthopedie, reumatologie, anesthesiologie en revalidatiegeneeskunde.
Artikel 3
Voor het experiment stelt de zorgautoriteit beleidsregels en regels vast.
Artikel 4
Het experiment heeft de volgende doelen:
1.
Inzicht te krijgen in de financiële gevolgen voor de belangrijkste DOT zorgproducten;
2.
Het onderhandelen tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders over de nieuwe DOT-zorgproducten te simuleren. Het doel van deze simulatie is om inzicht te krijgen:
–
in de informatie die nodig is om over de nieuwe zorgproducten te onderhandelen;
–
in de wijze waarop het vertalen van DBC’s naar DOT kan plaatsvinden;
–
in de fasering en wijze waarop de onderhandelingen plaatsvinden;
–
over hoe om te gaan met belangrijke thema’s als volume, kwaliteit, zorgzwaarte en dure geneesmiddelen; en
–
over de wijze waarop monitoring van gemaakte onderhandelingsafspraken tussen zorgverzekeraars en ziekenhuis worden overeengekomen.
3.
Het aanleveren van verbeterpunten in het kader van de doorontwikkeling DOT.
2.
De zorgaanbieder moet alle kosten van de exploitatie van de desbetreffende instellingslocatie uit de inkomsten van de tarieven bekostigen.
3.
Gedurende het experiment geldt de eis dat het gemiddeld gewogen prijsniveau van de zorgaanbieder niet stijgt ten opzichte van het vorige jaar, rekening houdend met een gewogen gemiddelde van de indexering loonkosten en materiële kosten.
Artikel 6
Het experiment heeft een maximale duur van vijf jaren, met dien verstande dat het experiment eerder eindigt op het moment dat DOT is ingevoerd en het FB komt te vervallen of op het moment dat het invoeren van DOT en afschaffen van het FB wordt stopgezet.
Artikel 7
De zorgautoriteit zal het experiment jaarlijks evalueren en hierover rapporteren aan de minister.
Artikel 8
Deze aanwijzing treedt terstond in werking en wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.