Aanwijzing van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van 11 december 2014, 692617-129795-MC, op grond van artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg inzake de beschikbaarheidbijdrage curatieve geestelijke gezondheidszorg
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg;
Na op 10 september 2014 schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal als bedoeld in artikel 8 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Kamerstukken II 2013/14, 30 957, nr. 466);
Artikel 1
De Nederlandse Zorgautoriteit voorziet erin dat met ingang van 1 januari 2015:
1.
het transitieregime curatieve geestelijke gezondheidszorg voor gespecialiseerde instellingen, bedoeld in de aanwijzing van 11 juli 2012 inzake
invoering prestatiebekostiging geneeskundige geestelijke gezondheidszorg (Stcrt. 2012, 15569) wordt verlengd met dien verstande dat:
a.
de transitiebedragen voor 2015 en 2016 worden vastgesteld op basis van het transitiebedrag 2013 plus indexeringen;
b.
het transitiebedrag per aanbieder naar rato wordt gecorrigeerd voor de overheveling van zorg naar de
Jeugdwet per 1 januari 2015 op basis van de nacalculatiecijfers 2013;
c.
Het gecorrigeerde transitiebedrag stapsgewijs wordt afgebouwd waarbij.
i.
in 2015 de verrekenfactor wordt teruggebracht van 0,95 naar 0,7;
ii.
in 2016 de verrekenfactor wordt teruggebracht van 0,7 naar 0,3;
iii.
in 2017 geen verrekenbedrag meer wordt toegekend.
2.
In afwijking op het bepaalde in lid 1 aanhef en onder c sub i geldt:
a.
de verlaging van de verrekenfactor niet voor het deel van het transitiebedrag dat verband houdt met de ontoereikende verdiscontering van afwezigheid voor het tarief voor de diagnose behandelcombinatie voor verblijfsdagen.
b.
de verlaging van de verrekenfactor niet voor het deel van het transitiebedrag dat verband houdt met (doventolk-)zorg door instellingen met een bovengemiddeld aantal cliënten met een auditieve beperking.
Artikel 2
De Nederlandse Zorgautoriteit voorziet er met ingang van 1 januari 2015 in dat voor gespecialiseerde en derdelijns psychotraumazorg voor zover het gaat om, en wordt geleverd door, een zorgaanbieder met een landelijke kennis- en expertisefunctie een beschikbaarheidbijdrage kan worden toegekend.