Aanwijzing ex artikel 14 Wet tarieven gezondheidszorg inzake het tarievenbeleid 1995 voor de fysiotherapeuten
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
en de Minister van Economische Zaken,
Gelet op artikel 14 van de Wet tarieven gezondheidszorg;
Gehoord het Centraal orgaan tarieven gezondheidszorg (advies van 25 november 1994, kenmerk
HV/th/VI/94/352, vastgesteld in de vergadering van 21 november 1994);
Na schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal (brief van 30 november 1994, kenmerk VMP/O-943591)
1.
Het Centraal orgaan tarieven gezondheidszorg (verder te noemen: Cotg) stelt voor de prestaties van personen en instellingen die in
artikel 1, onder B, nummer 7 respectievelijk onder A, nummer 32, van het Besluit werkingssfeer
Wet tarieven gezondheidszorg 1992 als orgaan voor gezondheidszorg zijn aangewezen, de richtlijnen zodanig vast dat voorzover de prestaties worden geleverd in de particuliere praktijk, een neerwaartse aanpassing van de tarieven een opbrengst van f 36 min bewerkstelligt (exclusief definitieve loon- en prijsbijstellingen). Uitgaande van ongewijzigd beleid en een gelijkblijvend volume ten opzichte van 1993, zou het totaal in rekening te brengen tarieven voor de particuliere praktijk f 36 mln meer bedragen dan het aanvaardbare niveau van f 377 mln.
2.
Tenzij het Cotg op voorstel van de representatieve organisaties van organen voor gezondheidszorg en van ziektekostenverzekeraars anders besluit, neemt het Cotg generieke tariefsmaatregelen.
3.
In de bedoelde richtlijnen ter uitvoering van onderhavige aanwijzing wordt bepaald dat het Cotg bij het ontbreken van een verzoek tot goedkeuring of vaststelling van tarieven, ambtshalve gewijzigde tarieven vaststelt.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.
De van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ,
De van Economische Zaken ,