Aanwijzing betrokkenen overlegorganen verkeer en waterstaat 2002
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
Gelet op artikel 7 van de Wet advies en overleg verkeer en waterstaat;
Artikel 1
In dit besluit wordt verstaan onder besluit:
Besluit overleg verkeer en waterstaat .
Artikel 2
Voor het Permanent overlegorgaan waterbeheer en Noordzee-aangelegenheden, genoemd in artikel 2, aanhef en onder a, van het besluit, worden aangewezen als betrokkenen of hun organisaties die zich in het overlegorgaan kunnen doen vertegenwoordigen:
a.
het Interprovinciaal Overleg;
b.
de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond ANWB;
c.
de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders;
e.
de Nederlandse Olie en Gas Exploratie en Produktie Associatie;
f.
de Nederlandse Vereniging van Sportvissersfederaties;
g.
de Stichting Natuur en Milieu;
h.
de Stichting van de Nederlandse Visserij;
i.
de Stichting De Noordzee;
j.
de Unie van Waterschappen;
k.
de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie;
l.
de Vereniging van Exploitanten van Waterleidingbedrijven in Nederland;
m.
de Vereniging van Nederlandse Gemeenten;
n.
de Vereniging van Waterbouwers in Bagger-, Kust- en Oeverwerken;
o.
de Vereniging VNO-NCW.
Artikel 3
Voor het Permanent overlegorgaan verkeersinfrastructuur, genoemd in artikel 2, aanhef en onder b, van het besluit, worden aangewezen als betrokkenen of hun organisaties die zich in het overlegorgaan kunnen doen vertegenwoordigen:
a.
Amsterdam Airport Schiphol;
e.
het Interprovinciaal Overleg;
f.
het Koninklijk Nederlands Vervoer;
g.
de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond ANWB;
h.
de Koninklijke Schippersvereniging `Schuttevaer';
i.
de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders;
l.
het Nederlands Instituut voor Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting;
m.
de Nederlandse Vereniging van Luchthavens;
n.
de Nederlandse Spoorwegen;
o.
EVO, Ondernemersorganisatie voor Logistiek en Transport;
q.
de Stichting Natuur en Milieu;
r.
Transport en Logistiek Nederland;
s.
de Unie van Waterschappen;
t.
de Vereniging van Kamers van Koophandel en Fabrieken in Nederland;
u.
de Vereniging van Nederlandse Gemeenten;
v.
3VO, Verenigde Verkeers Veiligheids Organisatie;
w.
de Vereniging VNO-NCW.
Artikel 4
Voor het Permanent overlegorgaan personenvervoer, genoemd in artikel 2, aanhef en onder c, van het besluit, worden aangewezen als betrokkenen of hun organisaties die zich in het overlegorgaan kunnen doen vertegenwoordigen:
b.
het Beleidsorgaan openbaar vervoer (BOV);
c.
de Brancheorganisatie van ondernemingen in het collectief personenvervoer Mobis;
e.
het Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart;
j.
het Interprovinciaal Overleg;
k.
de Koninklijke Luchtvaartmaatschappij N.V.;
l.
de Koninklijke Toeristenbond ANWB;
m.
de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders;
n.
het Koninklijk Nederlands Vervoer;
o.
de Nederlandse Vereniging van Autoleasemaatschappijen;
q.
ROVER, Vereniging Reizigers Openbaar Vervoer;
r.
de Verenigde Mobiliteitsbedrijven in Nederland;
s.
de Vereniging van Nederlandse Gemeenten;
t.
de Vervoersautoriteiten Openbaar vervoer Centrumgemeenten (VOC);
u.
de Unie van Onafhankelijke Vakorganisaties.
Artikel 5
Voor het Permanent overlegorgaan goederenvervoer, genoemd in artikel 2, aanhef en onder d, van het besluit, worden aangewezen als betrokkenen of hun organisaties die zich in het overlegorgaan kunnen doen vertegenwoordigen:
a.
de Air Transport Association of the Netherlands;
b.
de Branchevereniging van spoorvervoerders;
c.
het Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart;
d.
de Christelijke Bond van Ondernemers in de Binnenvaart;
f.
de Commissie Transport Gevaarlijke Goederen;
h.
de Federatie van Werknemers in de Zeevaart;
i.
FENEX, Nederlandse Organisatie voor Expeditie en Logistiek;
j.
de Koninklijke Luchtvaartmaatschappij N.V.;
k.
de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders;
l.
het Koninklijk Nederlands Vervoer;
m.
Het Nederlandsch Binnenvaartbureau;
o.
de Onafhankelijke Nederlandse Schippersvakbond;
p.
EVO, Ondernemersorganisatie voor Logistiek en Transport;
q.
Transport en Logistiek Nederland;
r.
de Verenigde Nederlandse Cargadoors (VNC).
Artikel 6
Voor het Permanent overlegorgaan oppervlaktedelfstoffen, genoemd in artikel 2, aanhef en onder e, van het besluit, worden aangewezen als betrokkenen of hun organisaties die zich in het overlegorgaan kunnen doen vertegenwoordigen:
a.
de Belangenvereniging Recycling Bouw- en Sloopafval;
b.
de Federatie van Oppervlaktedelfstoffenwinnende Industrieën;
c.
het Interprovinciaal Overleg;
d.
de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond ANWB;
f.
de Nederlandse Vereniging van Zandwinners;
g.
de Stichting Natuur en Milieu;
h.
Verenigde Infrastructuur Aannemers Nederland VIANED;
i.
de Vereniging van Nederlandse Gemeenten;
j.
de Vereniging van Waterbouwers in Bagger-, Kust- en Oeverwerken;
k.
de Vereniging voor Industriële Bouwstoffen;
l.
de Vereniging van Ondernemingen van Betonmortelfabrikanten in Nederland/Bond van Fabrikanten van Betonwaren in Nederland.
Artikel 7
Voor het Permanent overlegorgaan post en telecommunicatie, genoemd in artikel 2, aanhef en onder f, van het besluit, worden aangewezen als betrokkenen of hun organisaties die zich in het overlegorgaan kunnen doen vertegenwoordigen:
c.
de Branchevereniging van Nederlandse Internet Providers;
g.
DMSA, de Nederlandse Associatie voor Direct Marketing, Distance Selling en Sales Promotion;
k.
Global Telesystems Europe B.V.;
o.
het Koninklijk verbond van Grafische Ondernemingen;
q.
de Landelijke Vereniging Particuliere Stadspostdiensten;
r.
Vodafone Libertel N.V.;
s.
Lucent Technologies Nederland B.V.;
t.
MailMerge Nederland B.V.;
w.
het Nederlandse Uitgeversverbond;
x.
de Nederlandse Vereniging van Bedrijfstelecommunicatie grootgebruikers;
y.
de Nederlandse Vereniging van Fabrikanten en Importeurs van Componenten voor Antenne-inrichtingen;
z.
de Nederlandse Vereniging van Informatiediensten-aanbieders;
bb.
de Orde van Nederlandse Raadgevende Ingenieurs;
cc.
de Organisatie van Lokale Omroepen in Nederland;
dd.
Priority Telecom Netherlands B.V.;
ee.
RM Netherlands 1 B.V.;
ff.
de Raad van de Centrale Ondernemingsorganisaties;
hh.
Stichting Telecomgebruikers Nederland;
jj.
TPG/TNT Post Groep N.V.;
kk.
Transport en Logistiek Nederland;
ll.
de Unie van Elektrotechnische Ondernemers;
nn.
de Vereniging van Nederlandse Gemeenten;
oo.
de Vereniging van Exploitanten en Machtiginghouders van Centrale Antenne-inrichtingen;
pp.
Versatel Telecom International N.V.
Artikel 8
Voor het Permanent overlegorgaan verkeersveiligheid, genoemd in artikel 2, aanhef en onder g, van het besluit, worden aangewezen als betrokkenen of hun organisaties die zich in het overlegorgaan kunnen doen vertegenwoordigen:
b.
EVO, Ondernemersorganisatie voor Logistiek en Transport;
d.
het Interprovinciaal Overleg;
e.
het Koninklijk Nederlands Vervoer;
f.
de Koninklijke Nederlandsche Automobiel Club;
g.
de Koninklijke Nederlandse Motorrijders Vereniging;
h.
de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond ANWB;
i.
het Nederlands Politie Instituut;
k.
de Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen;
l.
de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek verkeersveiligheid;
m.
Transport en Logistiek Nederland;
n.
de Unie van Waterschappen;
o.
het Verbond van Verzekeraars;
p.
de Vereniging van Nederlandse Gemeenten;
q.
3VO, de Verenigde Verkeers Veiligheids Organisatie;
r.
de Verkeerscommissie Openbaar Ministerie.
Artikel 9
Het Besluit aanwijzing betrokkenen overlegorganen verkeer en waterstaat wordt ingetrokken.
Artikel 10
Dit besluit kan worden aangehaald als: Besluit aanwijzing betrokkenen overlegorganen verkeer en waterstaat 2002.