Aanwijzing van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, nr. MC-U-3073582, op grond van artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg inzake invoering beheersmodel medisch specialisten
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg;
Na op 26 april 2010 en 16 maart 2011 schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal (Kamerstukken II 2009/10, 29 248, nr. 117 en II 2010/11, 29 248, nr. 170) als bedoeld in artikel 8 van de Wet marktordening gezondheidszorg;
Gelet op het algemeen overleg van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport van de Tweede Kamer der Staten-Generaal op 6 april 2011 (Kamerstukken II 2010/11, 29 248, nr. 206);
Gelet op korte aantekeningen van de Eerste Kamer der Staten-Generaal van 19 april 2011 kenmerk 42026/WB en van 10 mei 2011 kenmerk 42065/WB;
a.
minister: de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
b.
wet: de
Wet marktordening gezondheidszorg ;
d.
instelling: instelling voor medisch specialistische zorg;
e.
zorgproduct: prestatiebeschrijving in termen van diagnose behandelcombinatie, ondersteunend product, overig product, overig traject of overige verrichting, zoals deze is vastgesteld door de zorgautoriteit en geldt vanaf 1 januari 2012;
f.
honorariumcomponent: deel van het zorgproduct dat betrekking heeft op de werkzaamheden van medisch specialisten;
g.
vrijgevestigd medisch specialist: medisch specialist die op toelatingsovereenkomst werkzaam is bij een instelling;
k.
AAN-beheersmodel: model waarbij de vrijgevestigd medisch specialisten voor hun werkzaamheden aan de instelling declareren, de instelling het integrale zorgproduct aan de patiënt of ziektekostenverzekeraar in rekening brengt en de instelling zorg draagt voor het bewaken van het omzetplafond;
l.
VIA-beheersmodel: model waarbij de vrijgevestigd medisch specialisten de honorariumcomponent van het zorgproduct via de instelling in rekening brengen aan de patiënt of ziektekostenverzekeraar, de instelling het integrale zorgproduct in rekening brengt aan de patiënt of ziektekostenverzekeraar, de instelling de van de patiënt of ziektekostenverzekeraar ontvangen betalingen voor de honorariumcomponent afdraagt aan de vrijgevestigd medisch specialisten voor zover het omzetplafond niet is overschreden en de instelling een overschrijding van dit plafond namens de vrijgevestigd medisch specialisten inhoudt en afdraagt aan het Zorgverzekeringsfonds;
m.
Convenant: afspraken tussen de Orde van Medisch Specialisten, de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen en de minister, ondertekend op 31 mei 2011;
n.
Hoofdlijnenakkoord: het Bestuurlijk hoofdlijnenakkoord 2012–2015 tussen de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen, de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra, Zelfstandige Klinieken Nederland, Zorgverzekeraars Nederland en de minister, ondertekend op 4 juli 2011.
1.
Deze aanwijzing is, met uitzondering van
artikel 9, van toepassing op medisch specialistische zorg, voor zover door, of onder verantwoordelijkheid van, vrijgevestigd medisch specialisten wordt geleverd in een instelling en met uitzondering van de geneeskundige geestelijke gezondheidszorg als bedoeld in de wet van 2 november 2006 tot wijziging van het tijdstip waarop de geneeskundige geestelijke gezondheidszorg deel uitmaakt van de aanspraken ingevolge een zorgverzekering als bedoeld in de Zorgverzekeringswet (Stb. 2006, 630).
2.
Artikel 9 van deze aanwijzing is van toepassing op medisch specialistische zorg, voor zover door, of onder verantwoordelijkheid van, medisch specialisten wordt geleverd en met uitzondering van de geneeskundige geestelijke gezondheidszorg als bedoeld in de wet van 2 november 2006 tot wijziging van het tijdstip waarop de geneeskundige geestelijke gezondheidszorg deel uitmaakt van de aanspraken ingevolge een zorgverzekering als bedoeld in de Zorgverzekeringswet (Stb. 2006, 630).
1.
De zorgautoriteit voert met ingang van 1 januari 2012 tot 1 januari 2015 een AAN- en VIA-beheersmodel voor de in
artikel 2, eerste lid, bedoelde zorg in.
2.
De minister stelt jaarlijks een vast macrobudget voor de honoraria van de vrijgevestigd medisch specialisten vast. Voor 2012 bedraagt dit € 2029,7 miljoen (volumeniveau 2012 en prijspeil 2012). De minister maakt het bedrag voor de jaren 2013 en 2014 per brief bekend.
3.
Op basis van dit macrobudget stelt de zorgautoriteit jaarlijks per instelling een omzetplafond vast voor alle bij die instelling toegelaten vrijgevestigd medisch specialisten gezamenlijk.
4.
Voor 2012 reserveert de zorgautoriteit 3,2% van dit macrobudget ten behoeve van een adequaat verdeelmodel voor de omzetplafonds per instelling dat ruimte biedt voor verschuiving van productie tussen de instellingen.
5.
Bij de vaststelling van het omzetplafond per instelling voor 2012 betrekt de zorgautoriteit het Convenant en de nader door haar te bepalen historische omzet van de vrijgevestigd medisch specialisten in die instelling in 2009.
1.
Tenzij aan de voorwaarden bedoeld in het tweede lid voor het toepassen van het VIA-beheersmodel naar het oordeel van de zorgautoriteit is voldaan, geldt het AAN-beheersmodel als uitgangspunt.
2.
In afwijking van het eerste lid kan een instelling voorafgaand aan jaar t bij de zorgautoriteit aangeven te opteren voor het VIA-beheersmodel indien er sprake is van verdeelafspraken zoals bedoeld onder 4 en 6, sub c en d, van het Convenant.
1.
de vrijgevestigd medisch specialisten uitsluitend aan de instelling voor de honorariumcomponent van het zorgproduct dat zij hebben geleverd een tarief in rekening brengen;
2.
uitsluitend de instelling het zorgproduct in rekening mag brengen aan de patiënt of diens ziektekostenverzekeraar.
1.
De zorgautoriteit legt in een regel als bedoeld in
artikel 37, eerste lid, aanhef en onder a, van de wet vast dat de vrijgevestigd medisch specialisten via de instelling de honorariumcomponent van het zorgproduct in rekening brengen aan de patiënt of diens ziektekostenverzekeraar onder de voorwaarde dat zij afspraken zoals bedoeld onder 4 en 6, sub c en d, van het Convenant hebben gemaakt met de instelling over de verdeling van het omzetplafond.
3.
De zorgautoriteit bepaalt in een regel als bedoeld in
artikel 37, derde lid, van de wet dat de instelling via wie de honorariumcomponent in rekening wordt gebracht het tarief voor het zorgproduct op een zodanige wijze in rekening brengt dat duidelijk tot uitdrukking komt dat de honorariumcomponent betrekking heeft op de door de vrijgevestigde medisch specialisten verrichte deel van de prestatie.
4.
De zorgautoriteit bepaalt in een regel als bedoeld in
artikel 37, eerste lid, aanhef en onder d juncto artikel 37, vierde lid, van de wet dat de instelling niet meer overdraagt dan het door de zorgautoriteit vastgestelde omzetplafond.
1.
De zorgautoriteit stelt per instelling in jaar t+1 de overschrijding van het omzetplafond vast en bepaalt dat de instelling ten hoogste de overschrijding afdraagt aan het Zorgverzekeringsfonds.
2.
De vaststelling van de overschrijding geschiedt op basis van een door de zorgautoriteit te bepalen omzetbegrip.
3.
Bij de bepaling van de overschrijding die de instelling afdraagt aan het Zorgverzekeringsfonds houdt de zorgautoriteit rekening met een door de zorgautoriteit te bepalen adequaat herverdeelmodel bij onderschrijding van het macrobudget.
1.
Voor de honorariumcomponent gelden met ingang van 1 januari 2012 maximumtarieven.
2.
Ter voorbereiding van het vaststellen van een maximumtarief voor de honorariumcomponent voert de zorgautoriteit een herijking van de maximumtarieven op basis van de beschikbare budgettaire middelen € 1775,8 miljoen (volumeniveau 2009 en prijspeil 2012) uit.
3.
Voor de herijking hanteert de zorgautoriteit de volgende methodiek:
a.
de beschikbare budgettaire middelen worden verdeeld per specialisme.
Daarbij hanteert de zorgautoriteit de volgende formule:
aandeel beschikbare budgettaire middelen (specialisme x) = aantal fulltime eenheden (specialisme x)/ totaal aantal fulltime eenheden * beschikbare budgettaire middelen;
b.
de honorariumcomponent van een individueel zorgproduct wordt bepaald door toepassing van de volgende formule: honorariumcomponent (zorgproduct i) = beschikbare budgettaire middelen (specialisme x) * verdeelsleutel (zorgproduct i) / aantal (zorgproduct i).
2.
De
artikelen 1 tot en met 8 treden in werking nadat het bij koninklijk besluit op 25 mei 2010 aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal aangeboden voorstel van wet houdende wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg en enkele andere wetten in verband met de aanvulling met instrumenten voor bekostiging tot wet is verheven en in werking is getreden.