Aanvullend Protocol No. 2 bij de Herziene Rijnvaartakte
De Bondsrepubliek Duitsland,
Het Koninkrijk België,
De Franse Republiek,
Het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,
Het Koninkrijk der Nederlanden,
De Zwitserse Bondsstaat,
Overwegende dat er bepaalde moeilijkheden zijn gerezen bij de toepassing en de uitlegging van enkele artikelen van de Herziene Rijnvaartakte van 17 oktober 1868 in de versie van 20 november 1963,
zijn overeengekomen daarin de volgende wijzigingen en aanvullingen aan te brengen:
Artikel I
[Wijzigt de Herziene Rijnvaartakte; Mannheim, 17 oktober 1868.]
Artikel II
[Wijzigt de Herziene Rijnvaartakte; Mannheim, 17 oktober 1868.]
Artikel III
De bepalingen van de
Herziene Rijnvaartakte en van de later daarin aangebrachte wijzigingen worden afgeschaft, voor zover zij momenteel nog in werking zijn en onverenigbaar zijn met het onderhavige Protocol.
Artikel IV
Dit Aanvullend Protocol dient te worden bekrachtigd.
De akten van bekrachtiging worden nedergelegd bij het Secretariaat van de Centrale Commissie teneinde in haar archief te worden bewaard.
De Secretaris-Generaal maakt een proces-verbaal van de nederlegging der akten van bekrachtiging op. Hij zendt aan elk der ondertekenende Staten een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van de akten van bekrachtiging, alsmede van het proces-verbaal van de nederlegging.
Artikel V
Dit Aanvullend Protocol treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op de nederlegging van de zesde akte van bekrachtiging bij het Secretariaat van de Centrale Commissie. De Secretaris-Generaal stelt de andere ondertekenende Staten hiervan in kennis.
Artikel VI
Dit Aanvullend Protocol, opgesteld in een enkel exemplaar in de Duitse, de Franse en de Nederlandse taal, wordt bewaard in het archief van de Centrale Commissie; in geval van verschil is de Franse tekst doorslaggevend.
Een door de Secretaris-Generaal voor eensluidend gewaarmerkt afschrift wordt toegezonden aan iedere Overeenkomstsluitende Staat.