Artikel 1 Als bewaarders, bedoeld in artikel 118, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering , worden aangewezen: • a. degene die als kasbeheerder ingevolge artikel 3, eerste lid, Besluit kasbeheer 2012 juncto artikel 1, derde lid, onder a, Regeling kasbeheer 2012 is aangewezen bij het openbaar ministerie, voor de bewaring van geld, voor zover het beslag niet dient om de w...
BWBR0007823
Artikel 2 Zo spoedig mogelijk na de inbeslagneming beschrijft de inbeslagnemende ambtenaar en buitengewone opsporingsambtenaar het voorwerp zorgvuldig en, zo mogelijk na verpakking, waarmerkt deze het voorwerp deugdelijk, zodat te allen tijde de aard van het voorwerp, de herkomst en de reden van de inbeslagneming kan worden vastgesteld.
BWBR0007823
Artikel 3 De bewaarder geeft een voorwerp niet af dan tegen een bewijs, waarin de datum van de afgifte, de aard van het voorwerp en de naam en de hoedanigheid van de ontvanger zijn vermeld.
BWBR0007823
Artikel 4 Inbeslaggenomen geld wordt zo spoedig mogelijk op de bankrekening van de bewaarder als bedoeld in artikel 1, onderdeel a , gestort, tenzij de officier van justitie bepaalt dat de bewaarder, bedoeld in artikel 1, onderdeel d, e of i, dit geld onder zich houdt.
BWBR0007823
Artikel 5 Indien de Koninklijke Nederlandse Munt N.V. de voorwerpen die bij hem in bewaring zijn gegeven, nog niet heeft beoordeeld wanneer afgifte van die voorwerpen wordt gevraagd, vormt hij zijn oordeel, alvorens tot afgifte over te gaan, zo spoedig mogelijk.
BWBR0007823
Artikel 6 De bewaarder draagt zorg dat een voorwerp zodanig wordt opgeslagen, dat het steeds met het minst mogelijk oponthoud voor het onderzoek beschikbaar kan worden gesteld.
BWBR0007823
Artikel 7 • 1. De bewaarders en de ambtenaren die inbeslaggenomen voorwerpen onder zich hebben, nemen de nodige maatregelen tegen beschadiging, waardevermindering en ontvreemding van deze voorwerpen en tegen het ontstaan van gevaar voor personen of goederen door deze voorwerpen. • 2. Met betrekking tot voorwerpen, inbeslaggenomen ter zake van een overtreding van het bepaalde bij ...
BWBR0007823
Artikel 8 Voorwerpen die om bijzondere redenen niet kunnen worden opgeslagen in een onder beheer van de bewaarder staande opslagplaats, mogen door hem op een andere geschikte plaats in bewaring worden gegeven.
BWBR0007823
Artikel 9 • 1. Indien en voor zolang de opslag ingevolge het vorige artikel geschiedt in een ruimte in beheer bij een andere in artikel 1 genoemde bewaarder, wordt deze als de bewaarder van de voorwerpen aangemerkt. • 2. Als een geval als bedoeld in het eerste lid zich voordoet stelt de oorspronkelijke bewaarder het openbaar ministerie hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk...
BWBR0007823
Artikel 10 • 1. Onder de voorwerpen, bedoeld in artikel 117, tweede lid, onder a, van het Wetboek van Strafvordering , welke niet geschikt zijn voor opslag, zijn in ieder geval begrepen: • 1°. middelen als bedoeld in de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet en voorwerpen of stoffen die besmet zijn met deze middelen of deze middelen bevatten; • 2°. voertuigwrakken d...
BWBR0007823