Wet van 27 oktober 2011 tot wijziging van de Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek inzake aanpassing aan de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek aan te passen aan de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
2.
Voor zover er ter zake nog sprake is van enige bestuursrechtelijke afdoening, met inbegrip van bezwaar- en beroepsprocedures, vindt deze plaats overeenkomstig de
Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek zoals die gold onmiddellijk voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet.
3.
Bestaande aanspraken en verplichtingen bij, op grond of in het kader van de
Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek zoals die gold onmiddellijk voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet, blijven in stand.
’s-Gravenhage, 27 oktober 2011
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Uitgegeven de drieëntwintigste december 2011
De Minister van Veiligheid en Justitie,