Wet van 22 december 1999 tot wijziging van de Wet assurantiebemiddelingsbedrijf naar aanleiding van het project Marktwerking, Deregulering en Wetgevingskwaliteit, alsmede naar aanleiding van een evaluatie van de doelmatigheid van de wet
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet assurantiebemiddelingsbedrijf te wijzigen in verband met de bevindingen van een onderzoek van de wet in het kader van het project Marktwerking, Deregulering en Wetgevingskwaliteit, alsmede naar aanleiding van een evaluatie van de doelmatigheid van de wet;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel I
[Wijzigt de Wet assurantiebemiddelingsbedrijf.]
1.
[Wijzigt de Wet op de economische delicten.]
2.
In afwijking van het eerste lid blijft de in dat lid bedoelde zinsnede, zoals deze luidde voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van dit artikel, van toepassing met betrekking tot verzekeringsovereenkomsten waarop
artikel III van toepassing is.
1.
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
2.
In afwijking van het eerste lid wordt een koninklijk besluit tot inwerkingtreding van
artikel I, onderdelen D tot en met H, en
artikel II aan beide kamers der Staten-Generaal overgelegd. Het wordt gepubliceerd nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken, tenzij binnen die termijn door of namens een der kamers of door ten minste de helft van het grondwettelijk aantal leden van een der kamers de wens te kennen wordt gegeven inwerkingtreding van voornoemde artikel(onderdelen) niet te doen plaatsvinden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 22 december 1999
De Minister van Financiën,
De Minister van Economische Zaken,
Uitgegeven de achtentwintigste december 1999
De Minister van Justitie,