Wet van 18 december 2003 tot wijziging van enkele belastingwetten c.a. (Overige fiscale maatregelen 2004)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in het kader van het fiscale beleid voor het jaar 2004 wenselijk is in een aantal belastingwetten wijzigingen, versoepelingen, bijstellingen, alsmede enkele technische reparaties aan te brengen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel I
[Wijzigt de Wet inkomstenbelasting 2001.]
Artikel II
[Wijzigt Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001.]
Artikel IV
[Wijzigt de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen.]
Artikel V
[Wijzigt de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen.]
Artikel VI
[Wijzigt de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen.]
Artikel VII
[Wijzigt de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.]
Artikel IX
[Wijzigt de Wet op de omzetbelasting 1968.]
Artikel XI
[Wijzigt de Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992.]
Artikel XII
[Wijzigt de Wet belastingen op milieugrondslag.]
Artikel XIII
[Wijzigt de Algemene wet inzake rijksbelastingen.]
Artikel XV
[Wijzigt de Coördinatiewet Sociale Verzekering.]
Artikel XVI
[Wijzigt de Kostenwet invordering rijksbelastingen.]
Artikel XVIII
[Wijzigt de Goedkeuringswet Verdrag tussen Nederland en België tot het vermijden van dubbele belastingen en voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar inkomen en vermogen.]
Artikel XIX
[Wijzigt de Wijzigingswet Wet inkomstenbelasting 2001, enz. (Belastingplan 2003 Deel I).]
Artikel XX
Met betrekking tot voor bezwaar vatbare beschikkingen als bedoeld in
artikel 28r, vierde lid, en betalingen als bedoeld in
artikel 28s, eerste lid, van de Wet op de omzetbelasting 1968, zoals opgenomen in
artikel IX, onderdelen A en B, van deze wet, gegeven respectievelijk verricht vóór de datum van inwerkingtreding van deze wet, eindigt de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift, in afwijking van
artikel 22j van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en
artikel 6:8 van de Algemene wet bestuursrecht zes weken na de datum van inwerkingtreding van deze wet.
1.
Voor het kalenderjaar 2004 blijven voor de willekeurige afschrijving op films en filminvesteringsaftrek de
artikelen 3.33, eerste tot en met vierde lid,
3.36,
3.37,
3.40,
3.42b, eerste tot en met het zevende lid,
3.44,
3.47a,
3.52 en
10.10 van de Wet inkomstenbelasting 2001, en de
artikelen 8 en
18 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, alsmede de daarop berustende bepalingen, zoals die artikelen en bepalingen luidden op 31 december 2003, van toepassing met betrekking tot voortbrengingskosten gemaakt voor 1 januari 2005.
3.
Een verzoek om een verklaring als bedoeld in
artikel 3.42b, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 kan nog na 31 december 2003 doch voor 1 januari 2005 worden ingediend zolang het totale bedrag aan afgegeven verklaringen die hebben geleid tot een vaststellingsovereenkomst, als bedoeld in de
Regeling aanwijzing filminvesteringen 2002 , ten laste van het hiervoor in de rijksbegroting 2003 opgenomen bedrag, kleiner is dan het laatstgenoemde bedrag.
Artikel XXI
Indien het bij koninklijke boodschap van 23 mei 2003 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Kostenwet invordering rijksbelastingen (28 917) tot wet wordt verheven, en in werking treedt, wordt bij de toepassing van
artikel 8, eerste lid, van de Kostenwet invordering rijksbelastingen de correctiefactor bij het begin van het jaar 2005 verlaagd met 0,023 en bij het begin van de jaren 2006, 2007 en 2008 met 0,014.
b.
artikel IX terugwerkt tot en met de datum waarop het bij koninklijke boodschap van 19 mei 2003 ingediende wetsvoorstel tot wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verband met de – in beginsel tijdelijke – invoering van een omzetbelastingregeling voor elektronische diensten (e-commerce) (28 887) tot wet is verheven en in werking is getreden indien deze datum is gelegen vóór de datum van inwerkingtreding van deze wet;
2.
In afwijking in zoverre van het eerste lid, treedt
artikel I, onderdeel D, in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
3.
In afwijking in zoverre van het eerste lid treedt
artikel XXa in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat zo nodig terugwerkende kracht heeft tot 1 januari 2004.
Gegeven te 's-Gravenhage, 18 december 2003
De Staatssecretaris van Financiën ,
Uitgegeven de negenentwintigste december 2003
De Minister van Justitie ,