Rechtenmedia.nl - Juridische Online Uitgeverij  Rechtennieuws.nl | Jure.nl | Maxius.nl | Parlis.nl | Rechtenforum.nl | Vacatures | MijnWetten.nl | AdvocatenZoeken.nl | Rechtentotaal.nl
» Energiewijzer « advertorial
Bespaar geld en stap over!
Energiewijzer.nl, eerlijk over energie.

Juridische vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature

Powered by Jbmatch.nl

Inhoudsopgave
+ Eerste Boek. De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad
- Tweede Boek. Van de gerechtelijke tenuitvoerlegging van vonnissen, beschikkingen en authentieke akten
+ Derde Boek. Van regtspleging van onderscheiden aard
+ Vierde Boek. Arbitrage
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht

Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (geldt in geval van digitaal procederen)

Bwb-id:
Officiele titel:
Citeertitel:
Ook bekend als:
Soort regeling:
Wetsfamilies:
Eerst verantwoordelijk ministerie:

Geldigheidsdatum:
Ingangsdatum:
1.
Het beslag op roerende zaken die geen registergoederen zijn, moet worden voorafgegaan door een exploit van een deurwaarder, houdende bevel om binnen twee dagen aan de executoriale titel te voldoen. Eerst na verloop van die termijn kan het beslag worden gelegd. Indien daartoe gronden zijn, kan de voorzieningenrechter van de rechtbank, ook op mondeling verzoek van de deurwaarder, die termijn inkorten.
2.
Indien bij het betekenen van de executoriale titel tevens het voorgeschreven bevel is gedaan, wordt geen afzonderlijk bevel vereist.
3.
Bij het bevel of de betekening moet de executant tot het uiteinde der executie woonplaats kiezen ten kantore van de deurwaarder, zulks op straffe van nietigheid van het exploit. Tevens kan woonplaats worden gekozen in Nederland ten kantore van een advocaat.
1.
Het beslag wordt gelegd bij een exploit van een deurwaarder dat, behalve de gewone formaliteiten, op straffe van nietigheid inhoudt:
a. de vermelding van de voornaam, naam en woonplaats van de executant en de naam en woonplaats van de geëxecuteerde;
b. de vermelding van de executoriale titel uit hoofde waarvan het beslag wordt gelegd;
c. indien het beslag niet wordt gelegd door een deurwaarder ten kantore van wie woonplaats is gekozen overeenkomstig artikel 439, derde lid, een keuze van woonplaats ten kantore van de deurwaarder die het beslag legt.
2.
De deurwaarder kan zich doen bijstaan door een of twee getuigen, wier naam en woonplaats hij in dat geval in het proces-verbaal zal vermelden en die dat stuk mede zullen tekenen.
1.
Het beslag kan slechts worden gedaan voor een vordering waarvan het geldelijk beloop bepaalbaar is.
2.
Indien de vordering niet is vereffend, worden na het beslag alle verdere vervolgingen gestaakt, totdat de vereffening is geschied.
1.
De deurwaarder zal dadelijk, of uiterlijk op de volgende dag overgaan tot de meer bijzondere aanduiding der zaken die hij in beslag neemt, en zal deze op het door hem daarvan onverwijld op te maken proces-verbaal nauwkeurig beschrijven met opgave van hun getal, gewicht en maat overeenkomstig hun aard. Het proces-verbaal wordt binnen drie dagen na de inbeslagneming betekend aan de geëxecuteerde en, als er een bewaarder is, ook aan deze.
2.
De executant mag bij de inbeslagneming niet tegenwoordig zijn dan in geval de deurwaarder zulks ter aanwijzing van de in beslag te nemen zaken noodzakelijk acht.
1.
De deurwaarder heeft ter inbeslagneming toegang tot elke plaats, voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van zijn taak nodig is.
2.
Indien de deuren gesloten zijn, of de opening daarvan geweigerd wordt, gelijk mede indien geweigerd wordt enige kamer of stuk huisraad te openen, alsmede wanneer bij niet-tegenwoordigheid van de geëxecuteerde er niemand gevonden wordt om hem te vertegenwoordigen, zal de deurwaarder zich vervoegen bij de burgemeester der gemeente in wiens tegenwoordigheid de opening van de deuren en van het huisraad zal worden gedaan voor zover dat redelijkerwijs nodig is. De burgemeester kan zich doen vertegenwoordigen door een ambtenaar van politie die tevens hulpofficier van justitie is. Van de tegenwoordigheid van deze ambtenaar en van hetgeen in zijn bijzijn, uit kracht van dit en de volgende drie artikelen, is verricht, zal melding gemaakt worden in het proces-verbaal van beslag.
3.
Bij het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner zijn de artikelen 10 en 11, tweede lid, van de Algemene wet op het binnentreden op het proces-verbaal van beslag van overeenkomstige toepassing. Deze artikelen gelden eveneens in het geval dat na het binnentreden geen beslag wordt gelegd.
1.
Indien er redelijk vermoeden bestaat, dat in beslag te nemen zaken zich bevinden op een plaats, van een derde gehuurd of op andere wijze in gebruik verkregen, zodanig dat voor de toegang de medewerking van de derde nodig blijft, zal de deurwaarder, ingeval van weigering van de geëxecuteerde of de derde om de deuren, welke tot de plaats toegang geven, te openen, handelen, zoals in het vorige artikel is bepaald. Met weigering staat gelijk afwezigheid na behoorlijke sommatie om persoonlijk of bij gemachtigde te verschijnen om de deuren te openen. De deurwaarder kan inmiddels door een bewaarder beletten, dat van de plaats iets wordt weggenomen.
2.
De derde is gehouden de deurwaarder op vertoon van de titel, uit krachte waarvan het beslag wordt gelegd, aanwijzing te doen van de verhuurde of op andere wijze in gebruik gegeven ruimte.
3.
Zij die van het verhuren of op andere wijze in gebruik geven, als bedoeld in de vorige leden, een bedrijf maken, zijn verplicht desgewenst de deurwaarder inzage te geven van het register of de stukken, waarin de gebruikers zijn vermeld.
4.
Van het ogenblik, dat de deurwaarder zich tot de derde heeft gewend om tot de inbeslagneming ingevolge dit artikel te komen, mag de derde de geëxecuteerde toegang tot de ruimte niet meer verlenen dan in tegenwoordigheid van de deurwaarder.
1.
Indien de derde niet voldoet aan enige hem bij het tweede, derde en vierde lid van het vorige artikel opgelegde verplichting, kan hij worden veroordeeld tot voldoening van het bedrag der vordering, waarvoor het beslag wordt gelegd, met rente en kosten.
2.
De schade, welke de derde lijdt door het openbreken der deuren, wordt, indien dit niet aan hem te wijten is, hem vergoed door de executant, behoudens het verhaal van deze op de geëxecuteerde, indien daartoe gronden aanwezig zijn. De derde kan verlangen, dat, alvorens tot het openmaken der deuren wordt overgegaan, zekerheid wordt gesteld voor de voldoening der hem verschuldigde schadevergoeding.
3.
De deurwaarder en de ambtenaar, in artikel 444 genoemd, zijn tot geheimhouding verplicht nopens de inhoud van het register en de stukken, bedoeld in het derde lid van het vorige artikel; echter wat de geëxecuteerde betreft, voor zover niet anders is vereist voor een behoorlijke vervulling van hun taak te dezen.
Artikel 445
Indien er bij de inbeslagneming gereed geld wordt gevonden, zal het getal en de geldsoort vermeld worden; de deurwaarder zal het geld benevens alle aandeelbewijzen, effecten en verder geldswaarde hebbend papier aan een door hem aan te wijzen financiële onderneming die ingevolge de Wet op het financieel toezicht in Nederland het bedrijf van bank mag uitoefenen of door een zodanige financiële onderneming gegarandeerd effectenbewaarbedrijf of aan de Nederlandsche Bank N.V. in gerechtelijke bewaring geven, tenzij de executant en geëxecuteerde omtrent een andere plaats van bewaring mochten zijn overeengekomen. De bewaring geschiedt ten name van de deurwaarder onder vermelding van het beslag, van de executant en van de geëxecuteerde.
1.
De deurwaarder kan ook andere zaken dan die bedoeld in het vorige artikel aan een door hem aan te wijzen geschikte bewaarder in gerechtelijke bewaring geven, indien dit voor het behoud van deze zaken redelijkerwijze noodzakelijk is. De tweede zin van het vorige artikel is van toepassing.
2.
De deurwaarder maakt van de inbewaringgeving een afzonderlijk proces-verbaal op, dat binnen drie dagen na de inbewaringgeving wordt betekend aan de geëxecuteerde en aan de bewaarder.
Artikel 447
Geen beslag op roerende zaken mag, uit welken hoofde ook, gedaan worden:
1°. op het nodige bed en beddegoed van de geëxecuteerde en de inwonende leden van zijn gezin en op de kleren, waarmee zij gekleed en gedekt zijn;
2°. op de gereedschappen van ambachtslieden en werklieden, tot hun persoonlijk bedrijf behorende;
3°. op de in het huis voorhanden zijnde voorraad van spijs en drank, dienende tot de behoefte van het huisgezin, gedurende een maand;
4°. op het ingevolge artikel 642c in de kas der gerechtelijke consignaties gestorte bedrag.
1.
Evenmin kan beslag worden gelegd op de boeken die de geëxecuteerde nodig heeft voor zijn beroep, en op de werktuigen en gereedschappen, dienend tot enig onderwijs of de beoefening van kunsten en wetenschappen, telkens tot een bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen bedrag en te zijner keuze.
2.
De in het eerste lid bedoelde zaken kunnen wel in beslag worden genomen voor vorderingen:
1°. wegens levensbehoeften verstrekt aan de geëxecuteerde en de inwonende leden van zijn gezin;
2°. ter zake van de vervaardiging of het herstel van deze zaken of de verkoop daarvan aan de geëxecuteerde.
Artikel 449
Dag en uur van de verkoop van de in beslag genomen zaken worden aan de geëxecuteerde betekend hetzij tezamen met het proces-verbaal van inbeslagneming hetzij binnen drie dagen na de betekening daarvan.
1.
Indien beesten of werktuigen voor de landbouw, of vruchten te velde welke reeds van de grond zijn afgescheiden, zijn in beslag genomen, kan de kantonrechter, op verzoek van de executant, en na verhoor of behoorlijke oproeping van de geëxecuteerde, een geschikte persoon aanstellen, teneinde voor de nodige bedrijfsvoering, verzorging of inzameling zorg te dragen.
2.
Tegen een toewijzende beschikking krachtens het vorige lid is geen hogere voorziening toegelaten.
1.
Een vervreemding, bezwaring, onderbewindstelling of verhuring van de zaak, tot stand gekomen nadat deze in beslag genomen is, kan niet tegen de beslaglegger worden ingeroepen.
2.
Rechten door een derde anders dan om niet verkregen, worden geëerbiedigd, mits de zaak in zijn handen is gekomen en hij toen te goeder trouw was.
1.
Nog niet verantwoorde en afgedragen baten, voortgebracht door de in beslag genomen zaken, vallen mede onder het beslag en moeten aan de deurwaarder worden verantwoord en op zijn verlangen aan hem worden afgedragen, een en ander behoudens de rechten van derden, die de executant moet eerbiedigen.
2.
Bestaat de bate in een vordering op een derde dan valt zij niet onder het beslag dan nadat het beslag aan de derde is betekend. De artikelen 475i, 476 en 478 zijn van overeenkomstige toepassing.
1.
Vorderingen tot vergoeding die na inbeslagneming in de plaats van de beslagen zaak zijn getreden, daaronder begrepen vorderingen ter zake van waardevermindering van de zaak, vallen, nadat het beslag aan de schuldenaar uit die vordering is betekend, eveneens onder het beslag, behoudens de rechten van derden, die de executant moet eerbiedigen. Zij moeten op verlangen van de deurwaarder aan hem worden voldaan.
2.
De artikelen 475i, 476 en 478 zijn van overeenkomstige toepassing.
1.
Treft het beslag een zaak die geheel of ten dele aan een ander toebehoort of ten aanzien waarvan een ander een recht geldend kan maken dat de executant moet eerbiedigen, dan kan deze ander zich tegen verkoop waarbij zijn recht niet in acht wordt genomen tot op het tijdstip van verkoop verzetten.
2.
De eiser die in het ongelijk wordt gesteld, zal op vordering van de executant, zo daartoe gronden zijn, tot schadevergoeding worden veroordeeld.
1.
Op de in beslag genomen zaken kan tot op het tijdstip van de verkoop opnieuw beslag worden gelegd. De beslaglegger is verplicht een zodanig beslag onverwijld te betekenen aan de deurwaarder die het eerdere beslag heeft gelegd en, zo deze er is, aan de gerechtelijke bewaarder, met vermelding van de aard van de vordering en van het beloop van het bedrag waarvoor het nieuwe beslag is gelegd of, indien de vordering nog niet is vereffend, van het geschatte bedrag.
2.
Is het eerdere beslag gelegd op de grondslag van het Wetboek van Strafvordering dan is de beslaglegger verplicht het door hem later gelegde beslag onverwijld te betekenen aan het parket van het openbaar ministerie bij het gerecht in feitelijke aanleg waarvoor de strafzaak, op grond waarvan het eerdere beslag is gelegd, wordt of het laatst werd vervolgd.
3.
Indien onder een beslag vorderingen tot vergoeding vallen, die voor in beslag genomen zaken in de plaats zijn getreden, worden deze ook door volgende beslagen op die zaken getroffen. Is een in beslag genomen zaak verloren gegaan, dan kan op die vorderingen tot op het tijdstip van de inning daarvan beslag worden gelegd met inachtneming van dezelfde formaliteiten als wanneer deze zaak zich nog onder de schuldenaar zou hebben bevonden.
1.
Indien op de zaak meer beslagen zijn gelegd, wordt zij verkocht door de beslaglegger die het oudste executoriale beslag heeft gelegd.
2.
Rust op een zaak een beperkt recht dat deze beslaglegger moet eerbiedigen, maar dat niet aan een latere beslaglegger kan worden tegengeworpen, dan wordt de zaak vrij van het beperkte recht verkocht, indien deze laatste beslaglegger aan de executant, de geëxecuteerde en de beperkt gerechtigde bij exploit mededeelt dit te verlangen.
1.
Indien de executant in gebreke blijft om binnen vier weken na afloop van de in artikel 462 bedoelde termijn de verkoop tot stand te brengen, kan iedere beslaglegger die een executoriale titel heeft, de executie van de door hem in beslag genomen zaken overnemen door zulks bij exploit aan de executant en de geëxecuteerde aan te zeggen.
2.
De overneming kan niet geschieden dan nadat aan de executant schriftelijk een redelijke termijn is gesteld om alsnog tot verkoop over te gaan.
3.
Indien er meer beslagleggers zijn die de overneming verlangen, is slechts degene die het oudste executoriale beslag heeft gelegd, daartoe bevoegd, tenzij de voorzieningenrechter van de rechtbank op verzoek van de meest gerede partij anders beslist.
4.
Tegen beschikkingen krachtens het vorige lid is geen hogere voorziening toegelaten.
1.
Indien de in beslag genomen zaak is verpand en de pandhouder bevoegd is tot executie over te gaan, kan hij, zo nodig overeenkomstig artikel 496 afgifte van de zaak vorderende, de executie overnemen en zelf executeren met inachtneming van de bepalingen betreffende executie krachtens pandrecht.
2.
Rusten op een zaak meer pandrechten, dan komt deze bevoegdheid uitsluitend toe aan de hoogst gerangschikte pandhouder, die tot executie wenst over te gaan.
3.
De pandhouder, die van deze bevoegdheid gebruik wil maken, dient zulks uiterlijk op het tijdstip van de verkoop bij exploit aan de beslaglegger, aan te zeggen met opgave van de termijn binnen welke hij tot verkoop zal overgaan.
4.
Zolang geen aanzegging als voormeld plaatsvindt, blijft de beslaglegger bevoegd de executie voort te zetten.
1.
Indien de pandhouder de in het derde lid van het vorige artikel bedoelde termijn te lang stelt dan wel binnen die termijn niet tot verkoop overgaat, kan de voorzieningenrechter van de rechtbank op verzoek van de beslaglegger een termijn bepalen binnen welke de pandhouder uiterlijk tot de verkoop moet overgaan. Volgt binnen die termijn geen verkoop, dan is de executant met uitsluiting van de pandhouder bevoegd met de executie voort te gaan.
2.
Tegen een beschikking krachtens het vorige lid is geen hogere voorziening toegelaten.
Artikel 461c
De schuldeiser die vóór het beslag ten aanzien van in beslag genomen zaken het beding, bedoeld in artikel 254 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek heeft gemaakt en van de in het tweede lid van dat artikel bedoelde bevoegdheid tot gezamenlijke executie gebruik wil maken, kan de executie overeenkomstig artikel 461a overnemen. De artikelen 544-548 zijn op de executie van deze zaken van toepassing.
Artikel 461d
Bevindt de in beslag genomen zaak zich onder een derde en beroept deze zich erop dat hij het beslag wegens de vorm ervan of wegens een hem ten aanzien van de zaak toekomend recht niet behoeft te dulden, dan dienen bij het beslag, voor zover de executant de executie zonder eerbiediging van het ingeroepen recht of bevoegdheid wenst door te zetten, de regels betreffende het derden-beslag uit de tweede afdeling te worden gevolgd, met dien verstande dat het reeds gelegde beslag geldt als een uitsluitend op die zaken gelegd derden-beslag en vervalt indien niet binnen drie dagen nadat het is gelegd, aan de derde een formulier in tweevoud als bedoeld in artikel 475, is betekend.
1.
De verkoop der in beslag genomen zaken mag geen plaats hebben vóór vier weken, te rekenen van de dag van de betekening aan de geëxecuteerde van het proces-verbaal, bedoeld in artikel 443, zulks op straffe van schadevergoeding.
2.
Deze termijn kan verkort worden bij onderlinge toestemming van partijen of ook ten verzoeke van de meest gerede partij door de voorzieningenrechter van de rechtbank.
1.
De verkoop zal in het openbaar worden gehouden ten overstaan van de deurwaarder en op een door deze daartoe aan te wijzen binnen zijn ambtsgebied gelegen plaats.
2.
Is de in beslag genomen zaak op een markt of beurs verhandelbaar, dan kan de verkoop in afwijking van de artikelen 464-466 en 469 geschieden op die markt door tussenkomst van een tussenpersoon in het vak of ter beurze door die van een bevoegde tussenpersoon overeenkomstig de regels en gebruiken die aldaar voor een gewone verkoop gelden.
3.
De voorzieningenrechter van de rechtbank kan ten verzoeke van de beslaglegger of de geëxecuteerde een verkoop als in het vorige lid bedoeld ook bepalen ten aanzien van effecten aan toonder die niet ter beurze verhandelbaar zijn.
Artikel 463a
Geschillen over de veilingvoorwaarden, over de wijze van verkoop of over dag, uur of plaats daarvan worden op verzoek van de meest gerede partij of de deurwaarder beslist door de voorzieningenrechter van de rechtbank, onverminderd de bevoegdheid van hen wier rechten bij de executie niet worden geëerbiedigd, zich daartegen overeenkomstig artikel 438 te verzetten.
Artikel 463b
Tegen beschikkingen krachtens de artikelen 462, tweede lid, 463, derde lid, en 463a is geen hogere voorziening toegelaten.
1.
In de gemeente binnen welke de verkoop zal geschieden, zullen, ter plaatse daartoe bestemd, biljetten worden aangeslagen, houdende aanduiding van de plaats, de dag en het uur van de verkoop, alsmede van de aard van de zaken, doch zonder vermelding van nadere bijzonderheden.
2.
De biljetten worden in elk geval aangeslagen aan de plaats waar de zaken zich bevinden en aan die waar de verkoop zal plaatsvinden.
1.
Het aanslaan der biljetten moet geschieden na de in artikel 449 bedoelde betekening en tenminste vier dagen vóór de verkoop, tenzij die termijn door de voorzieningenrechter van de rechtbank ten verzoeke van de meest gerede partij is verkort.
2.
Tegen een beschikking krachtens het vorige lid is geen hogere voorziening toegelaten.
1.
De verkoop zal daarenboven worden bekend gemaakt in een dagblad van de plaats waar de verkoping zal geschieden, en bij gebreke van zodanig dagblad, in dat van een naburige plaats.
2.
Deze bekendmaking wordt echter niet vereist, indien het bedrag der in beslag genomen zaken klaarblijkelijk minder dan € 180 bedraagt.
Artikel 467
De deurwaarder zal aan de voet van zijn proces-verbaal van beslag aantekening moeten doen van het aanslaan der biljetten en van de bekendmaking van de verkoop.
1.
De verkoop wordt gehouden bij opbod of, ter keuze van de executant, bij opbod gevolgd door afmijning en de toewijzing zal geschieden aan de meestbiedende en tegen gerede betaling in handen van de deurwaarder.
2.
De deurwaarder is bevoegd te vorderen, dat hem door elke bieder de geboden koopsom wordt ter hand gesteld en mag deze onder zich houden, totdat de zaak is toegewezen.
3.
Stelt een bieder, na de in het vorige lid bedoelde vordering, de geboden koopsom niet aan de deurwaarder ter hand, dan wordt zijn bod niet aangenomen en wordt hij gedurende de gehele verkoping niet meer als bieder toegelaten.
4.
Bij de toewijzing wordt geen rekening gehouden met biedingen die ingevolge het vorige lid niet mogen worden aangenomen.
5.
Bij gebreke van betaling zal de zaak terstond weer verkocht worden ten laste van hem wien zij toegewezen is.
1.
Men zal met de verkoop der in beslag genomen zaken niet verder gaan dan nodig is om een opbrengst te verkrijgen, die voor betaling van de schulden en kosten voldoende is.
2.
Te dien einde kan de geëxecuteerde de orde regelen, volgens welke de zaken zullen worden verkocht.
Artikel 474
De deurwaarder is verantwoordelijk voor de verkregen opbrengst en voldoet daaruit onverwijld de kosten van de executie. Hij vermeldt in zijn proces-verbaal de namen en woonplaatsen der kopers.