Wet van 5 juli 2006 tot samenvoeging van de gemeenten Obdam en Wester-Koggenland
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, deze deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de gemeenten Obdam en Wester-Koggenland samen te voegen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 1
Met ingang van de datum van herindeling worden de gemeenten Obdam en Wester-Koggenland opgeheven.
Artikel 2
Met ingang van de datum van herindeling wordt de nieuwe gemeente Koggenland ingesteld, bestaande uit het grondgebied van de op te heffen gemeenten Obdam en Wester-Koggenland, zoals aangegeven op de bij deze wet behorende
kaart .
Artikel 4
Voor de op te heffen gemeenten Obdam en Wester-Koggenland wordt de nieuwe gemeente Koggenland aangewezen voor de toepassing van de volgende bepalingen van de
Wet algemene regels herindeling :
c.
artikel 45, tweede lid , in verband met de rechten en verplichtingen die verband houden met de overgang van de voorziening van drinkwater, elektriciteit en gas.
2.
Met de voorbereiding van de tussentijdse raadsverkiezing wordt de op te heffen gemeente Wester-Koggenland belast.
3.
Indien de datum van herindeling valt binnen twee jaar voor de datum waarop de reguliere verkiezingen voor de leden van de gemeenteraden ingevolge de
Kieswet moeten worden gehouden, vinden deze verkiezingen niet plaats in de gemeente die bij deze wet is ingesteld.
4.
De zittingsperiode van de leden van de raad van de nieuwe gemeente eindigt in de in het derde lid bedoelde situatie gelijk met de zittingsperiode van de leden van de raden van de overige gemeenten die volgt op de eerste verkiezingen voor de gemeenteraden na de datum van herindeling.
Artikel 6
[Wijzigt de Wet op de rechterlijke indeling.]
Artikel 8
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Gegeven te 's-Gravenhage, 5 juli 2006
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ,
Uitgegeven de eenendertigste augustus 2006
De Minister van Justitie ,