Rechtenmedia.nl - Juridische Online Uitgeverij  Rechtennieuws.nl | Jure.nl | Maxius.nl | Parlis.nl | Rechtenforum.nl | Vacatures | MijnWetten.nl | AdvocatenZoeken.nl | Rechtentotaal.nl
» Energiewijzer « advertorial
Bespaar geld en stap over!
Energiewijzer.nl, eerlijk over energie.

Juridische vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature

Powered by Jbmatch.nl

Inhoudsopgave
+ Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
+ Hoofdstuk 2. De diensten en de coördinatie tussen de diensten
- Hoofdstuk 3. De verwerking van gegevens door de diensten
+ Hoofdstuk 4. Kennisneming van door of ten behoeve van de diensten verwerkte gegevens
+ Hoofdstuk 5. Samenwerking tussen diensten en met andere instanties
+ Hoofdstuk 6. Toezicht en klachtbehandeling
+ Hoofdstuk 7. Geheimhouding
+ Hoofdstuk 7a. Bonaire, Sint Eustatius en Saba
+ Hoofdstuk 8. Straf- , overgangs- en slotbepalingen
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Parlement
Documenten bij de totstandkoming van (deze versie van) de wet.

Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht

Artikel 21 Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002

Bwb-id:
Officiele titel:
Citeertitel:
Ook bekend als:
Soort regeling:
Wetsfamilies:
Eerst verantwoordelijk ministerie:

Geldigheidsdatum:
Ingangsdatum:
Let op. Deze wet is vervallen op 1 mei 2018. U leest nu de tekst die gold op 30 april 2018.
1.
De diensten zijn bevoegd tot:
a. de inzet van natuurlijke personen, al dan niet onder dekmantel van een aangenomen identiteit of hoedanigheid, die onder verantwoordelijkheid en onder instructie van een dienst zijn belast met:
1°. het gericht gegevens verzamelen omtrent personen en organisaties die voor de taakuitvoering van een dienst van belang kunnen zijn;
2°. het bevorderen of het treffen van maatregelen ter bescherming van door een dienst te behartigen belangen.
b. het oprichten en de inzet van rechtspersonen ter ondersteuning van operationele activiteiten.
2.
Onze betrokken Minister kan daarvoor in aanmerking komende bestuursorganen schriftelijk opdragen die medewerking te verlenen die noodzakelijk is om een natuurlijke persoon als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, van een aan te nemen identiteit te voorzien. De voor het bestuursorgaan geldende wettelijke voorschriften ter zake van de van deze verlangde werkzaamheden, blijven voor zover deze in de weg staan aan het verrichten van die werkzaamheden buiten toepassing.
3.
De natuurlijke persoon, bedoeld in het eerste lid, onder a, kan bij instructie van de dienst tevens worden belast met het verrichten van handelingen die tot gevolg kunnen hebben dat medewerking wordt verleend aan het plegen van een strafbaar feit, dan wel een strafbaar feit wordt gepleegd. Een instructie als bedoeld in de eerste volzin wordt slechts gegeven, indien een goede taakuitvoering van de dienst dan wel de veiligheid van de betrokken natuurlijke persoon daartoe noodzaakt.
4.
De natuurlijke persoon, bedoeld in het eerste lid, onder a, mag bij de uitvoering van de instructie door zijn optreden een persoon niet brengen tot ander handelen betreffende het beramen of plegen van strafbare feiten, dan waarop diens opzet reeds tevoren was gericht.
5.
Bij de instructie, bedoeld in het derde lid, wordt aan de desbetreffende persoon aangegeven:
a. onder welke omstandigheden deze ter uitvoering van de instructie handelingen mag verrichten die tot gevolg kunnen hebben dat medewerking wordt verleend aan het plegen van een strafbaar feit, dan wel een strafbaar feit wordt gepleegd;
b. de wijze waarop aan de instructie uitvoering dient te worden gegeven, waaronder begrepen de aard van de handelingen, die door de desbetreffende persoon daarbij zullen mogen worden verricht, voor zover deze bij het geven van de instructie zijn te voorzien.
6.
De instructie aan de natuurlijke persoon, bedoeld in het eerste lid, onder a, wordt schriftelijk vastgelegd.
7.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur, op voordracht van Onze betrokken Ministers en Onze Minister van Veiligheid en Justitie gezamenlijk, kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot:
a. de voorwaarden waaronder en de gevallen waarin ter uitvoering van een instructie door een natuurlijke persoon als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, handelingen mogen worden verricht die tot gevolg kunnen hebben dat medewerking wordt verleend aan het plegen van een strafbaar feit, dan wel een strafbaar feit wordt gepleegd;
b. de wijze waarop de uitoefening van de desbetreffende bevoegdheid wordt gecontroleerd.
8.
Met betrekking tot het oprichten van rechtspersonen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, blijft artikel 34, eerste en tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2001 buiten toepassing.