Wet van 7 juli 2006 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met de buitengerechtelijke afdoening van strafbare feiten (Wet OM-afdoening)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het wettelijk kader voor buitengerechtelijke afdoening van strafzaken aan te passen en de mogelijkheden te verruimen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel I
[Wijzigt het Wetboek van Strafvordering.]
Artikel III
[Wijzigt de Wet op de economische delicten.]
Artikel IV
[Wijzigt de Algemene wet inzake rijksbelastingen.]
Artikel V
[Wijzigt de Wegenverkeerswet 1994.]
Artikel Va
[Wijzigt de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften.]
Artikel VIa
[Wijzigt de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften.]
Artikel VII
[Wijzigt de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens.]
Artikel IX
[Wijzigt de Wet op de loonbelasting 1964.]
Artikel Xa
[Wijzigt de Wet melding ongebruikelijke transacties en de Wet identificatie bij dienstverlening.]
Artikel XIV
[Wijzigt de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden.]
Artikel XV
In de gevallen waarin de wet bepaalt dat een bestuursorgaan geen bestuurlijke boete oplegt indien voor hetzelfde feit het recht tot strafvordering is vervallen doordat is voldaan aan de voorwaarden die krachtens een wettelijk voorschrift zijn gesteld ter voorkoming van strafvervolging, legt dit bestuursorgaan tevens geen bestuurlijke boete op indien ter zake van dat feit een strafbeschikking is uitgevaardigd.
Artikel XVI
[Wijzigt de Wet gewetensbezwaren militaire dienst.]
Artikel XXI
[Wijzigt de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen.]
Artikel XXIa
Onze Minister van Justitie zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.
Artikel XXII
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Gegeven te ’s-Gravenhage, 7 juli 2006
De Minister van Justitie ,
Uitgegeven de achttiende juli 2006
De Minister van Justitie ,