Wet van 22 november 2007, houdende verlenging van de totale duur van de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de totale duur van de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege van ter beschikking gestelden te verlengen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel I
[Wijzigt het Wetboek van Strafrecht.]
Artikel II
Deze wet is tevens van toepassing op ter beschikking gestelden wier verpleging van overheidswege op het tijdstip waarop deze wet in werking treedt, voorwaardelijk is beëindigd.
Artikel III
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Gegeven te 's-Gravenhage, 22 november 2007
De Staatssecretaris van Justitie
Uitgegeven de negenentwintigste november 2007