Wet van 4 december 2013 tot wijziging van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, de Zorgverzekeringswet en de Invoerings- en aanpassingswet Zorgverzekeringswet teneinde daarin enkele verbeteringen aan te brengen, alsmede technische reparaties in diverse wetten (Veegwet VWS 2013)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, de Zorgverzekeringswet en de Invoerings- en aanpassingwet beperkte wijzigingen met betrekking tot de verantwoording en de financiering van zorgverzekeraars aan te brengen, alsmede dat het wenselijk is in diverse wetten wetstechnische reparaties aan te brengen en een tweetal uitgewerkte wetten in te trekken;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel I
[Wijzigt de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten.]
Artikel III
[Wijzigt de Invoerings- en aanpassingwet Zorgverzekeringswet.]
1.
In aanvulling op
artikel 39 van de Zorgverzekeringswet kunnen tevens ten gunste of ten laste van het Zorgverzekeringsfonds worden gebracht door het Zorginstituut vast te stellen, met zorgverzekeraars als bedoeld in de
Zorgverzekeringswet te verrekenen bedragen met betrekking tot in een kalenderjaar aangevangen, bij of krachtens
artikel 11 van de Zorgverzekeringswet bedoelde zorg van bij ministeriële regeling aan te wijzen categorieën zorgaanbieders, die in de twee daaropvolgende kalenderjaren bij de zorgverzekeraars in rekening is gebracht.
2.
Het eerste lid geldt slechts voor zorg die is aangevangen in het kalenderjaar onmiddellijk voorafgaande aan het jaar waarin voor de aangewezen categorie zorgaanbieders een nieuw bekostigingssysteem is gaan gelden.
3.
Bij ministeriële regeling wordt bepaald welke zorg het Zorginstituut bij toepassing van het eerste lid in aanmerking neemt, hoe het Zorginstituut de bedragen, bedoeld in dat lid, berekent en wanneer de in dat lid bedoelde verrekening dient te hebben plaatsgevonden.
Artikel V
[Wijzigt de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen.]
Artikel VI
[Wijzigt het Burgerlijk Wetboek Boek 1.]
Artikel X
[Wijzigt de Instellingswet Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming.]
Artikel Xa
[Wijzigt de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.]
Artikel XI
[Wijzigt de Kwaliteitswet zorginstellingen.]
Artikel XII
[Wijzigt de Uitvoeringswet internationale kinderbescherming.]
Artikel XIII
[Wijzigt de Uitvoeringswet internationale kinderontvoering.]
Artikel XIV
[Wijzigt de Wet bescherming persoonsgegevens.]
Artikel XV
[Wijzigt de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen.]
Artikel XIX
[Wijzigt de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen.]
Artikel XX
[Wijzigt de Wet medisch tuchtrecht BES.]
Artikel XXI
[Wijzigt de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg.]
Artikel XXV
[Wijzigt de Wet op het bevolkingsonderzoek.]
Artikel XXVII
[Wijzigt de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie.]
Artikel XXIX
[Wijzigt de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten.]
Artikel XXXI
[Wijzigt de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding.]
Artikel XXXV
[Wijzigt de Wijzigingswet Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (opneming mogelijkheid tot taakherschikking) (Stb. 2011, 568).]
Artikel XXXVI
[Wijzigt de Wijzigingswet Wet op de jeugdzorg (verwijsindex risicojongeren).]
Artikel XXXVII
[Wijzigt de Wijzigingswet Wet op de jeugdzorg, enz. (gesloten jeugdzorg).]
Artikel XXXVIII
[Wijzigt de Wijzigingswet Wet op de jeugdzorg, enz. (verbetering positie pleegouders).]
Artikel XXXIX
De
Wet van 23 oktober 1957, houdende gedeeltelijke compensatie voor de ingevolge de Algemene Ouderdomswet geheven premie over een pensioen, toegekend krachtens de Wet buitengewoon pensioen 1940–1945 (Stb. 1947, H 313) en de
Wet van 23 oktober 1957, houdende gedeeltelijke compensatie voor de ingevolge de Algemene Ouderdomswet geheven premie over een pensioen, toegekend krachtens de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers (Stb. 1947, H 420) worden ingetrokken.
Artikel XXXX
[Wijzigt de Wijzigingswet Burgerlijk Wetboek Boek 1, enz. (herziening maatregelen kinderbescherming) (kst. 32015).]
Artikel XXXXI
Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en sport zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van
artikel II, onderdeel D, van deze wet, en vervolgens telkens na vijf jaar, aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van artikel II, onderdeel D, in de praktijk.
Artikel XXXXII
In afwijking van de
artikelen 22 juncto
32 van de Wet toelating zorginstellingen zijn op de rechtspositie van het personeel van het College bouw zorginstellingen en het College sanering zorginstellingen de regels die gelden voor ambtenaren die zijn aangesteld bij ministeries, niet van toepassing tot 1 januari 2017.
1.
De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Wassenaar, 4 december 2013
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
De Minister voor Wonen en Rijksdienst,
Uitgegeven de twintigste december 2013
De Minister van Veiligheid en Justitie,