{**}
Rechtenmedia.nl - Juridische Online Uitgeverij  Rechtennieuws.nl | Jure.nl | Maxius.nl | Parlis.nl | Rechtenforum.nl | Vacatures | MijnWetten.nl | AdvocatenZoeken.nl | Rechtentotaal.nl
» Energiewijzer « advertorial
Bespaar geld en stap over!
Energiewijzer.nl, eerlijk over energie.

Juridische vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature

Powered by Jbmatch.nl

Inhoudsopgave
1. Inleiding
1.1. Gebruikte begrippen en afkortingen
2. Voorwaarden voor lijfrenten en levensverzekeringen algemeen ( artikel 1.7, eerste en derde lid, Wet IB 2001)
2.1. Inleiding
2.2. Vaste en gelijkmatige periodieke uitkeringen
2.2.1. Vaste stijging of daling
2.2.2. Geknipte lijfrente; aanpassing aan actuele rentestand
2.2.3. Periodieke winstuitkering afhankelijk van overrente
2.3. Afkoopverbod; verbod op prijsgeven van de lijfrente
2.3.1. Opzegmogelijkheid lijfrente op grond van de WTV
2.3.2. Bedenktijdclausule, gewenningsclausule
2.3.3. Geen aanpassing Bredeherwaarderingpolis nodig voor verbod op prijsgeven
2.4. Levensverzekeringen algemeen
2.4.1. Herstel administratieve fout met terugwerkende kracht mogelijk
3. Lijfrenten anders dan voor een pensioentekort ( artikel 3.124, onderdelen b en c, Wet IB 2001)
3.1. Lijfrenten voor meerderjarige invalide kinderen ( artikel 3.124, onderdeel b, Wet IB 2001)
3.1.1. Inleiding
3.1.2. Nog geen invaliditeit op het tijdstip van premiebetaling
3.1.3. Premieaftrek voor meerderjarig invalide kind; hoogte premieaftrek
3.2. Periodieke uitkering of kapitaalverzekering bij arbeidsongeschiktheid?
3.2.1. Inleiding
3.2.2. Uiteenlopende polisomschrijvingen; standaardclausules
3.3. Koopsom voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering gefinancierd met geleend geld bij de verwerving van de eigen woning
3.4. Tussentijdse beëindiging van een arbeidsongeschiktheidsverzekering
3.5. Declausulering van een arbeidsongeschiktheidsverzekering
4. Lijfrenten voor een pensioentekort ( artikel 3.125 Wet IB 2001)
4.1. Aanduiding soort lijfrente in de polis
4.2. Combinaties van lijfrentevormen
4.2.1. Inleiding
4.2.2. Combinatie van twee of meer lijfrentevormen; premiesplitsing
4.2.3. Eén verzekerde lijfrente; geheel voldoet niet; soms premieaftrek
4.3. Nabestaandenlijfrente
4.3.1. Algemeen
4.3.2. Situaties van gerechtigdheid tot een Anw-uitkering
4.4. Oudedagslijfrente op twee levens
4.5. Oudedagslijfrente en nabestaandenlijfrente; onzekerheidsvereiste
4.6. Geen aanpassing bestaande polissen nodig voor eerbiedigende werking overbruggingslijfrenten
4.6.1. Algemeen; vanaf 2006 geen premieaftrek meer voor overbruggingslijfrente
4.6.2. Overige aspecten in verband met afschaffen overbruggingslijfrente
5. Lijfrenten gesloten vóór 2001 (onderdelen O en T Invoeringswet)
5.1. Vóór 2001 gesloten lijfrenten; wanneer is aanpassing nodig voor premieaftrek
5.1.1. Inleiding
5.1.2. Lijfrenten gesloten onder de Wet IB 1964; Brede-herwaarderinglijfrenten
5.1.3. Lijfrenten gesloten onder de Wet IB 1964; pre-Brede-herwaarderinglijfrenten
5.2. Omzetting in lijfrente IB 2001; geen afkoop
5.3. Omzetting in lijfrente IB 2001; gevolgen voor gedeelte van lijfrente opgebouwd vóór 1 januari 2001
5.4. Omzetting in lijfrente IB 2001; gevolgen voor gedeelte lijfrente opgebouwd met ingang van 2001
6. Hoogte van de lijfrentepremieaftrek ( artikel 3.127 Wet IB 2001)
6.1. Art. 3.127 Jaar- en reserveringsruimte, pensioenaangroei/Factor A
6.1.1. Rangorde toepassing artikel 15, tweede lid, Uitv. besl. IB 2001, onderdelen a en b
6.1.2. Wijzigingen na afloop van het kalenderjaar
6.1.3. Benutten van de reserveringsruimte na pensioenverbetering
6.1.4. Pensioenaangroei uit FVP-bijdragen
6.1.5. Voortgezette pensioenopbouw over perioden waarin ingevolge artikel 10a, eerste lid, onderdelen c, d en e, Uitv. besl. LB 1965 sprake is van pensioengevende diensttijd
6.1.6. Voortgezette pensioenopbouw over perioden waarin premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid is verleend
6.1.7. Voortgezette pensioenopbouw over perioden waarin ingevolge artikel 10a, eerste lid, onderdeel a, ten 1 e tot en met ten 4 e , Uitv. besl. LB 1965 sprake is van pensioengevende diensttijd
6.1.8. Gevolgen van uitruil van pensioenrechten
6.1.9. Toerekenen van al dan niet vrijwillige premiebetalingen aan pensioensoort
6.1.10. Vastebedragenregeling
6.1.11. Hybride pensioenregeling
6.1.12. Beschikbare premie; totale premie voor het ouderdoms- en nabestaandenpensioen
6.2. Samenloop met artikel 3.133, tweede lid, onderdeel k, Wet IB 2001
6.2.1. Toerekenen vrijwillige premiebetalingen aan kalenderjaar of oude dienstjaren
6.2.2. Inkoop van dienstjaren
6.2.3. Naheffing door beroepspensioenfonds
6.2.4. Wachttijd in collectieve pensioenregelingen
6.3. Pensioenaangroei voor belastingplichtigen die een Belgisch rustpensioen opbouwen
6.4. Berekening jaarruimte bij terugwenteling naar binnenlandse belastingplicht
7. Tijdstip van betalen lijfrentepremie en van totstandkomen van levensverzekeringen ( artikel 3.130 Wet IB 2001)
7.1. Tijdstip van betalen lijfrentepremie
7.1.1. Inleiding
7.1.2. Betaling lijfrentepremies in afwijking van de contractuele betaaldatum
7.1.3. Geen toepassing hardheidsclausule voor te laat betaalde premies
7.2. Tijdstip van totstandkomen van levensverzekeringen
7.2.1. Medische acceptatie; ontbindende voorwaarde; tijdstip totstandkomen
7.2.2. Tijdstip totstandkomen; premiebetaling zonder offerte
7.2.3. Tijdstip totstandkomen; aanbod en acceptatie al dan niet onder opschortende voorwaarden
8. Verzuimde premieaftrek en niet-afgetrokken premie
8.1. Verzuimde premieaftrek; herstelmogelijkheid
8.1.1. Inleiding
8.1.2. Situaties waarin is verzuimd om premies in aftrek te brengen
8.1.3. Verzuimde aftrek van tijdig betaalde premies voor inkomensvoorzieningen; goedkeuring
8.2. Niet afgetrokken lijfrentepremies; mogelijkheid van terugstorting
8.2.1. Inleiding
8.2.2. Terugstorting box-3-gedeelte door verzekeraar
8.2.3. Wijze van uitvoering van de terugstorting
8.2.4. Niet afgetrokken premies voor lijfrenten gesloten vóór 2001
9. Schending van de voorwaarden; sancties ( artikel 3.132, 3.133 en 3.134 Wet IB 2001)
9.1. Handelingen in strijd met voorwaarden
9.1.1. Inleiding
9.1.2. Premievakantie bij gemengde lijfrente; gevolgen
9.1.3. Afkoop nabestaandenlijfrente; hoogte negatieve uitgaven
9.2. Gevolgen verbetering pensioenrechten
9.2.1. Inleiding
9.2.2. Gevolgen verbetering pensioenvoorziening door werkgever; onderscheid collectieve versus individuele verbetering
9.2.3. Negatieve uitgaven bij verbetering pensioen
10. Ingetrokken regeling(en)
11. Inwerkingtreding (en vervaldatum)
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht

Artikel 4.6.2 Inkomstenbelasting, lijfrenten, lijfrentepremieaftrek en bestaande rechten op periodieke uitkeringen

Bwb-id:
Officiele titel:
Citeertitel:
Soort regeling:
Wetsfamilies:
Eerst verantwoordelijk ministerie:

Geldigheidsdatum:
Ingangsdatum:
Let op. Deze wet is vervallen op 12 november 2006. U leest nu de tekst die gold op 11 november 2006.
4.6.2. Overige aspecten in verband met afschaffen overbruggingslijfrente
Voor deze circulaire divisie is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.Terugwerkende kracht In Stcrt. 2006, 220, datum inwerkingtreding 12-11-2006, is deze regeling ingetrokken met terugwerkende kracht tot en met 02-11-2006. Terugwenteling premies naar kalenderjaar 2005
Op grond van artikel 10a.1, eerste lid, Wet IB 2001 geldt de eerbiedigende werking voor aanspraken die voortvloeien uit premies die vóór 1 januari 2006 als uitgaven voor inkomensvoorzieningen in aanmerking zijn genomen. Als gevolg hiervan geldt de eerbiedigende werking ook voor aanspraken die voortvloeien uit premies die zijn betaald in 2006 en die op grond van artikel 3.130, tweede en derde lid, Wet IB 2001 in 2005 in aanmerking zijn genomen (terugwenteling). Het kan hierbij gaan om reeds vóór 2006 gesloten lijfrenten maar ook om in 2006 gesloten lijfrenten, waarbij de premie is teruggewenteld naar 2005. Ook voor de betreffende polissen waarvan de premies naar 2005 zijn teruggewenteld, is de goedkeuring van toepassing. Ook daarin behoeft de overbruggingslijfrente derhalve niet uitdrukkelijk te zijn genoemd (verzekerd).Waarde in het economische verkeer van polis; terugwenteling premies
Indien (mede) een overbruggingslijfrente is verzekerd, terwijl na 31 december 2005 nog premies worden voldaan, kan in de toekomst slechts een overbruggingslijfrente worden bedongen tot het bedrag van de waarde in het economische verkeer van de verzekering op 31 december 2005 ( artikel 10a.1, derde lid, Wet IB 2001). Premies die met toepassing van artikel 3.130 Wet IB 2001 worden teruggewenteld naar 2005, worden in dit verband niet aangemerkt als premies die na 31 december 2005 zijn voldaan.Goedkeuring
Met betrekking tot de waarde in het economische verkeer van lijfrenten waarvoor na 31 december 2005 nog premies worden voldaan keur ik het volgende goed. De waarde in het economische verkeer van de polis op 31 december 2005 kan worden verhoogd met de nominale premie die na 31 december 2005 is voldaan en met toepassing van a rtikel 3.130 Wet IB 2001 is teruggewenteld.
Voor deze tekst is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.