Besluit van 29 december 1988, houdende van toepassingverklaring van de artikelen 9 en 11 van de Veewet op de wering en bestrijding van de ziekte van Aujeszky alsmede wijziging van het Besluit entstoffen voor dieren
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw en Visserij van 23 augustus 1988, nr. J.8055A, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken;
Overwegende, dat het wenselijk is voorschriften te geven tot wering en bestrijding van de ziekte van Aujeszky;
Gelet op de artikelen 11 en 48 van de Veewet ( Stb. 1920, 153);
Gehoord het Landbouwschap, de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde en de Vereniging van Fabrikanten en Importeurs van Diergeneesmiddelen in Nederland;
De Raad van State gehoord (advies van 1 november 1988, no. W11.88.0469A);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw en Visserij van 21 december 1988, nr. J. 88/11858, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
De
artikelen 9 en
11 van de Veewet ( Stb. 1920, 153) zijn van toepassing op de wering en bestrijding van de ziekte van Aujeszky.
Artikel 2
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking zes maanden na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.
's-Gravenhage, 29 december 1988
De Minister van Landbouw en Visserij,
Uitgegeven de eenendertigste januari 1989
De Minister van Justitie,