{**}
Rechtenmedia.nl - Juridische Online Uitgeverij  Rechtennieuws.nl | Jure.nl | Maxius.nl | Parlis.nl | Rechtenforum.nl | Vacatures | MijnWetten.nl | AdvocatenZoeken.nl | Rechtentotaal.nl
» Energiewijzer « advertorial
Bespaar geld en stap over!
Energiewijzer.nl, eerlijk over energie.

Juridische vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature

Powered by Jbmatch.nl

Inhoudsopgave
Artikel 1. Aanwijzing ex. artikel 4, tweede lid, Wet militair tuchtrecht
Artikel 2. Aanwijzing ex. artikel 49, eerste lid, onder b, Wet militair tuchtrecht
Artikel 3. Intrekking
Artikel 4. Inwerkingtreding
Artikel 5. Citeertitel
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht

Aanwijzingsregeling 2015 ex. artikelen 4, tweede lid, en 49, eerste lid, onder b, Wet militair tuchtrecht

Bwb-id:
Officiele titel:
Citeertitel:
Soort regeling:
Wetsfamilies:
Eerst verantwoordelijk ministerie:

Geldigheidsdatum:
Ingangsdatum:
Let op. Deze wet is vervallen op 1 juli 2017. U leest nu de tekst die gold op 30 juni 2017.
Aanwijzingsregeling 2015 ex. artikelen 4, tweede lid, en 49, eerste lid, onder b, van de Wet militair tuchtrecht
De Minister van Defensie
Gelet op de artikelen 4, tweede lid, en 49, eerste lid, onder b, van de Wet militair tuchtrecht;
Besluit:
artikel 4, tweede lid, Wet militair tuchtrecht van Aanwijzingsregeling 2015 ex. artikelen 4, tweede lid, en 49, eerste lid, onder b, Wet militair tuchtrecht">
Artikel 1. Aanwijzing ex. artikel 4, tweede lid, Wet militair tuchtrecht
1.
Als andere militairen, bedoeld in artikel 4, tweede lid, Wet militair tuchtrecht worden als beklagmeerdere bij de Bestuursstaf aangewezen:
a. bij de Defensiestaf:
de Commandant der Strijdkrachten;
de plaatsvervangend Commandant der Strijdkrachten;
de Sous Chef Internationale Militaire Samenwerking voor het personeel ressorterende onder de militaire attachés;
de Directeur Directie Operationeel Beleid, Behoeftestelling en Plannen;
de Directeur Directie Aansturen Operationele Gereedstelling;
de Directeur Directie Operaties;
b. bij de Defensie Materieel Organisatie de plaatsvervangend Commandant der Strijdkrachten;
c. bij de Hoofddirectie Personeel de plaatsvervangend Hoofddirecteur Personeel;
d. bij de Hoofddirectie Financiën en Control de plaatsvervangend Commandant der Strijdkrachten;
e. voor het militaire personeel van de Bestuursstaf waarvoor geen andere beklagmeerdere is aangewezen de Commandant der Strijdkrachten.
2.
Als andere militair, bedoeld in artikel 4, tweede lid, Wet militair tuchtrecht wordt bij de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) als beklagmeerdere aangewezen de Directeur MIVD.
3.
Als andere militair, bedoeld in artikel 4, tweede lid, Wet militair tuchtrecht wordt bij de Militaire Luchtvaartautoriteit als beklagmeerdere aangewezen de plaatsvervangend Commandant der Strijdkrachten.
4.
Als andere militairen, bedoeld in artikel 4, tweede lid, Wet militair tuchtrecht worden als beklagmeerdere bij het Commando Diensten Centra aangewezen:
a. de Directeur Bedrijfsvoering;
b. de Commandant Nederlandse Defensie Academie voor militairen die werkzaam zijn aan de Faculteit Militaire Wetenschappen.
5.
Als militairen, bedoeld in artikel 4, tweede lid, Wet militair tuchtrecht worden bij het Commando Zeestrijdkrachten (CZSK) aangewezen:
a. de Commandant Zeestrijdkrachten;
b. de Commandant der Zeemacht in het Caraïbisch gebied.
6.
Als andere militairen, bedoeld in artikel 4, tweede lid, Wet militair tuchtrecht worden als beklagmeerdere bij het Commando Landstrijdkrachten (CLAS) aangewezen:
a. de plaatsvervangend Commandant Landstrijdkrachten;
b. de Commandant van een schietserie;
c. de plaatsvervangend Commandant van het Staff Support Battalion van het Hoofdkwartier van 1 Duits/Nederlands Legerkorps (HQ 1(GE/NL) Corps);
d. de Senior National Staff Officer (NL) van HQ 1(GE/NL) Corps voor het personeel van het Staff Support Battalion en het CIS Battalion van HQ 1(GE/NL) Corps waarvoor geen andere beklagmeerdere is aangewezen;
e. de Senior National Officer (NL) voor het Nederlandse personeel geplaatst bij HQ 1(GE/NL) Corps waarvoor geen andere beklagmeerdere is aangewezen.
7.
Als andere militairen, bedoeld in artikel 4, tweede lid, Wet militair tuchtrecht worden als beklagmeerdere bij het Commando Luchtstrijdkrachten (CLSK) aangewezen:
a. de Commandant Luchtstrijdkrachten;
b. de plaatsvervangend Commandant Luchtstrijdkrachten;
c. de Commandant van een onderdeel van het Commando Luchtstrijdkrachten;
d. de Commandant van het Defensie Helikopter Commando (DHC) voor het personeel werkzaam op DHC;
e. de Commandant van het Nederlands Administratief Korps Verenigde Staten (NAK VS) ten aanzien van de in de Verenigde Staten aanwezige commandanten van het detachement van het Commando Luchtstrijdkrachten.
f. de National Military Representative Supreme Headquarters Allied Powers Europe (SHAPE) tevens Commandant Nederlands Administratief Korps;
g. de plaatsvervangend Commandant basisdiensten van het Opleidingscentrum Koninklijke Luchtmacht;
h. de plaatsvervangend Commandant opleidingen van het Opleidingscentrum Koninklijke Luchtmacht.
8.
Als andere militairen, bedoeld in artikel 4, tweede lid, Wet militair tuchtrecht worden als beklagmeerdere bij het Commando Koninklijke marechaussee aangewezen:
a. de Commandant Koninklijke Marechaussee ten aanzien van de Brigadecommandanten, de Sectorcommandanten Landelijk Opleidings- en Kenniscentrum van de Koninklijke Marechaussee (LOKKmar), de plaatsvervangend Districtcommandanten, de plaatsvervang end Commandant LOKKmar, het hoofd van de Afdeling Handhaving en Toezicht van de Districtstaf District Schiphol, de Commandant Korps Militaire Controleurs Gevaarlijke Stoffen, de Directeur Operationele Ondersteuning Dienst Terugkeer en Vertrek en de militairen ten aanzien van wie de plaatsvervangend Commandant Koninklijke Marechaussee als tot straffen bevoegde meerdere is aangewezen;
b. de Districtscommandanten;
c. de Commandant LOKKmar;
d. de plaatsvervangend Brigadecommandant van de Brigade Caraïbisch gebied.
9.
Als andere militairen, bedoeld in artikel 4, tweede lid, Wet militair tuchtrecht worden als beklagmeerdere bij de Defensie Materieel Organisatie aangewezen:
a. de plaatsvervangend Directeur Defensie Materieel Organisatie;
b. de Directeur Projecten;
c. de Directeur Wapensystemen;
d. de Directeur Logistieke Bedrijven.
10.
In geval van uitzendingen worden als andere militairen, bedoeld in artikel 4, tweede lid, Wet militair tuchtrecht als beklagmeerdere aangewezen:
a. de Senior National Representative of de Commandant van het Nederlandse Contingentscommando (CONTCO) voor het personeel waarvoor ter plaatse geen beklagmeerdere aanwezig is, met uitzondering van het personeel van de Koninklijke marechaussee belast met de uitvoering van de politietaak ten behoeve van het uitge zonden Nederlands militair personeel en met uitzondering van het personeel van de MIVD en met uitzondering van het personeel van de MIVD belast met de uitvoering van de nationale inlichtingentaak;
b. de Directeur van de Directie Operaties voor het personeel waarvoor de Senior National Representative of de Commandant CONTCO de tot straffen bevoegde meerdere is;
c. de plaatsvervangend Commandant der Strijdkrachten voor de Senior National Representative of de Commandant CONTCO in het betreffende uitzendgebied;
d. de Directeur Operaties van de Koninklijke Marechaussee belast met de uitvoering van de politietaak ten behoeve van het uitgezonden Nederlands militair personeel;
e. het Hoofd Afdeling Inlichtingenondersteuning van de MIVD voor het personeel rechtstreeks ressorterend onder het hoofd van het personeel van de MIVD belast met de uitvoering van de nationale inlichtingentaak;
f. de plaatsvervangend Commandant der Koninklijke Marechaussee voor de Commandant van het detachement van de Koninklijke Marechaussee belast met de uitvoering van de politietaak ten behoeve van het uitgezonden Nederlands militair personeel;
g. de Directeur MIVD voor het hoofd van het personeel van de MIVD belast met de uitvoering van de nationale inlichtingentaak;
h. de Directeur van de Directie Operaties voor het personeel waarvoor geen Senior National Representative of Commandant van een Operationeel Commando is aangewezen.
artikel 49, eerste lid, onder b, Wet militair tuchtrecht van Aanwijzingsregeling 2015 ex. artikelen 4, tweede lid, en 49, eerste lid, onder b, Wet militair tuchtrecht">
Artikel 2. Aanwijzing ex. artikel 49, eerste lid, onder b, Wet militair tuchtrecht
1.
Als bevelvoerende militairen, bedoeld in artikel 49, eerste lid, onder b, Wet militair tuchtrecht worden als tot opleggen van straffen bevoegden bij de Bestuursstaf aangewezen:
a. bij de Defensiestaf:
de Commandant der Strijdkrachten voor de plaatsvervangend Commandant der Strijdkrachten;
de plaatsvervangend Commandant der Strijdkrachten voor het personeel behorende tot de Defensiestaf waarvoor geen andere tot straffen bevoegde meerdere is aangewezen;
de Chef Kabinet;
het hoofd van de afdeling Evaluatie;
het hoofd van de Permanente Militaire Vertegenwoordiging;
de Sous Chef Internationale Militaire Samenwerking voor het personeel behorende tot de afdeling IMS en de militaire attachés;
de militaire attachés;
de Directeur Directie Operationeel Beleid Behoeftestelling en Plannen;
de Sous Chef Operationeel Beleid;
10° de Sous Chef Behoeftestelling;
11° de Sous Chef Integrale Plannen;
12° de Directeur Directie Aansturen Operationele Gereedstelling;
13° de Sous Chef Integratie Aansturen Operationele Gereedstelling;
14° de Sous Chef Planning en Control;
15° de Directeur Directie Operaties;
16° de plaatsvervangend Directeur Directie Operaties;
b. bij de Defensie Materieel Organisatie (DMO):
het hoofd van de afdeling procesinrichting en materieellogistieke informatie- voorziening voor het DMO-personeel dat behoort tot de Bestuursstaf en tot de Directie Beleid van de DMO;
c. bij de Hoofddirectie Personeel:
de Hoofddirecteur Personeel;
de Directeur Militaire Gezondheidszorg;
de Directeur Personeelsmanagement;
d. bij de Hoofddirectie Financiën en Control de Directeur Management Control;
e. bij de Directie Juridische Zaken het Hoofd Militair Juridische Dienst;
f. voor het militaire personeel van de Bestuursstaf waarvoor geen andere tot straffen bevoegde meerdere is aangewezen de plaatsvervangend Commandant der Strijd- krachten;
2.
Als bevelvoerende militairen, bedoeld in artikel 49, eerste lid, onder b, Wet militair tuchtrecht worden als tot opleggen van straffen bevoegden bij de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst aangewezen:
a. de Directeur Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst;
b. het Hoofd Stafafdeling Beleid.
3.
Als bevelvoerende militair, bedoeld in artikel 49, eerste lid, onder b, Wet militair tuchtrecht wordt als tot opleggen van straffen bevoegde bij de Militaire Luchtvaart Autoriteit aangewezen de plaatsvervangend Directeur Militaire Luchtvaart Autoriteit.
4.
Als bevelvoerende militairen, bedoeld in artikel 49, eerste lid, onder b, Wet militair tuchtrecht worden als tot opleggen van straffen bevoegden bij het Commando Diensten Centra aangewezen:
a. bij de Ondersteuningsgroep en Kabinet:
de Directeur Bedrijfsvoering;
de Directeur Finance & Control;
het Hoofd Bestuursondersteuning;
de Souschef Regie en Integratie van de Divisie Personeel en Organisatie Defensie;
de Commandant Inspectie Militaire Gezondheidszorg;
de Commandant Impresariaat Militaire Muziek Defensie;
b. bij de Divisie Facilitair & Logistiek:
de Commandant van de Divisie Facilitair & Logistiek voor militairen binnen de Divisie Facilitair & Logistiek voor wie geen andere tot straffen bevoegde meerdere is aangewezen;
de Commandant Directie Vraag en Aanbodmanagement;
de Commandant Directie Facilitair voor militairen binnen de Directie Facilitair waarvoor geen andere tot straffen bevoegde meerdere is aangewezen;
de Commandant Facilitair Bedrijf Defensie;
de Commandant Dienstencentrum Internationale Ondersteuning Defensie;
een Senior National Representative bij internationale hoofdkwartieren en organisaties voor het onder hem ressorterende personeel;
de Directeur Paresto;
de Commandant Directie Logistiek voor militairen binnen de Directie Logistiek waarvoor geen andere tot straffen bevoegde meerdere is aangewezen;
de Commandant van het Koninklijk Tehuis voor Oud-militairen en Museum “ Bronbeek”;
10° het Hoofd van het Bureau Internationale Militaire Sport;
11° de Commandant van het Media Centrum Defensie;
12° de Commandant van het Financieel Administratie en Beheerkantoor;
13° de Commandant van de Defensie Verkeers- en Vervoersorganisatie;
c. bij de Divisie Vastgoed & Beveiliging:
de Commandant Divisie Vastgoed & Beveiliging, voor de militairen die behoren tot de Divisiestaf en militairen voor wie geen andere tot straffen bevoegde meerdere is aangewezen;
de Commandant Beveiligingsregio Noord;
de Commandant Beveiligingsregio Zuid;
de Commandant Beveiligingsregio West;
de Directeur Defensie Bewakings- en Beveiligingsorganisatie;
het Hoofd Defensie Vastgoedmanagement;
Het Hoofd Servicediensten;
d. bij de Divisie Personeel en Organisatie Defensie:
de Commandant Divisie Personeel & Organisatie Defensie;
de Sous Chef Regie & Integratie, tevens voor militairen werkzaam bij de Sous Chef Bedrijfsvoering, het Uitvoeringsbedrijf Begeleidings- en Bemiddelingsorganisatie, het Dienstencentrum Re-integratie, de Diensten Geestelijke Verzorging en het Defensie Coördinatiecentrum;
de Directeur Dienstencentrum Werving en Selectie;
de Directeur Dienstencentrum Juridische Dienstverlening;
de Directeur Dienstencentrum Bedrijfsmaatschappelijk Werk;
de Directeur Dienstencentrum Human Resources;
het Hoofd Management Development;
het Hoofd Uitvoeringsbedrijf Organisatie & Formatie;
het Hoofd Uitvoeringsbedrijf Rechtspositie;
10° het Hoofd Uitvoeringsbedrijf Personeel-Planning
11° het Hoofd Uitvoeringsbedrijf Veteranen Reservisten Decoraties;
e. bij de Divisie Defensie Gezondheidszorg Organisatie:
de Commandant Divisie Defensie Gezondheidszorg Organisatie;
de Commandant Instituut Defensie Geneeskundige Opleidingen, voor de militairen voor wie geen andere tot straffen bevoegde meerder is aangewezen;
de Clusterhoofden Instituut Defensie Geneeskundige opleidingen;
de Commandant Centraal Militair Hospitaal;
de Commandant Instituut Defensie Relatieziekenhuizen;
de Commandant Militair Geneeskundig Logistiek Centrum;
de Commandant Bijzondere Medische Beoordelingen;
de Commandant Militair Revalidatiecentrum;
de Directeur Militaire Geestelijke Gezondheidszorg ;
10° de Directeur Coördinatiecentrum Expertise Arbeidsomstandigheden en Gezondheid;
11° de Chef Staf voor militairen die behoren tot de staf van de Divisie Defensie Gezondheidszorg Organisatie;
12° de Commandant Eerstelijns Gezondheidszorg Bedrijf;
13° de Commandant Defensie Tandheelkundige Dienst;
f. bij de Nederlandse Defensie Academie (NLDA):
de Chef-staf NLDA voor militairen die werkzaam zijn binnen de Staf van de NLDA, voor militairen die werkzaam zijn binnen het kabinet van Commandant NLDA, voor militairen die werkzaam zijn bij het Nederlands Instituut voor Militaire Historie en voor alle militairen van de NLDA waarvoor geen andere tot straffen bevoegde meerder is aangewezen;
de Commandant van het Koninklijk Instituut voor de Marine voor militairen die werkzaam zijn bij het Koninklijk Instituut voor de Marine;
de eerste Officier van het Koninklijk Instituut voor de Marine voor militairen die in opleiding zijn bij het Koninklijk Instituut voor de Marine;
de Commandant Koninklijke Militaire Academie voor alle militairen die werkzaam zijn binnen de Koninklijke Militaire Academie (KMA) waarvoor geen andere tot straffen bevoegde meerdere is aangewezen;
het Hoofd Bedrijfsvoering tevens Chef-staf KMA voor militairen werkzaam binnen de staf van de KMA;
de Commandant Cadettenbataljon van de KMA voor militairen werkzaam binnen het Koninklijke Marechaussee Opleidingspeloton en voor alle militairen die werkzaam zijn binnen het Cadettenbataljon waarvoor geen andere tot straffen bevoegde meerdere is aangewezen;
De Commandant Cadettenwing van de KMA voor alle militairen die werkzaam zijn binnen de Cadettenwing waarvoor geen andere tot straffen bevoegde meerdere is aangewezen;
het Hoofd van de Sectie Lichamelijke Oefening en Sport van de KMA voor militairen werkzaam binnen de Sectie Lichamelijke Oefening en Sport;
de Commandant van het Individueel Begeleidingspeloton van de KMA voor militairen werkzaam of in opleiding bij het Individueel Begeleidingspeloton;
10° de Hoogleraar Militair Operationele Wetenschappen aan de Faculteit Militaire Wetenschappen voor militairen werkzaam aan de Faculteit Militaire Wetenschappen;
11° de Directeur Instituut Defensie Leergangen voor militairen die werkzaam zijn bij het Expertisecentrum Leiderschap Defensie;
12° de Commandant Expertisecentrum Leiderschap Defensie voor militairen die werkzaam zijn bij het Expertisecentrum Leiderschap Defensie;
13° de Commandant Talencentrum Defensie voor militairen werkzaam bij het Talencentrum Defensie.
5.
Als bevelvoerende militairen, bedoeld in artikel 49, eerste lid, onder b, Wet militair tuchtrecht worden als tot opleggen van straffen bevoegden bij de Dienst Koninklijk Huis aangewezen:
a. de Stafofficier Toegevoegd van het Militair Huis voor het personeel dat werkzaam is binnen de Dienst Koninklijk Huis;
b. de Oudste Adjudant van Zijne Majesteit de Koning voor zover de Stafofficier niet bevoegd is ingevolge artikel 49, derde, vierde of vijfde lid, Wet militaire tuchtrecht.
6.
Als bevelvoerende militairen, bedoeld in artikel 49, eerste lid, onder b, Wet militair tuchtrecht worden als tot opleggen van straffen bevoegden bij het Commando Zeestrijdkrachten aangewezen:
a. bij de Staf van het Commando Zeestrijdkrachten:
het Hoofd Maritieme Ondersteuning voor het militaire personeel werkzaam bij de Directie Operaties, de Directie Materiële Instandhouding en de Directie Personeel en Bedrijfsvoering in de regio Den Helder, waarvoor geen andere tot straffen bevoegde meerdere is aangewezen;
de Commandant van een detachement van het Commando Zeestrijdkrachten;
b. bij de Directie Operaties:
de Directeur Kustwacht voor het militaire personeel werkzaam bij de Kustwacht;
de Chef der Hydrografie voor het militaire personeel werkzaam bij de Dienst der Hydrografie;
de Commandant Netherlands Maritieme Force voor het militair personeel geplaatst bij deze eenheid, bij Maritime Battle Staff en bij Sea Training Command;
het Hoofd Maritieme Ondersteuning voor het in Nederland achterblijvend militair personeel geplaatst bij Maritime Battle Staff en Sea Training Command gedurende de periode dat de Commandant Netherlands Maritime Force vanwege operationele omstandigheden buiten Nederland verblijft;
de Commandant Marine Training Command voor het militair personeel geplaatst bij deze eenheid;
de Commandant van een Marine Combat Group van het Korps Mariniers geplaatst bij deze eenheid;
de Commandant van Surface Assault Training Group voor het militair personeel geplaatst bij deze eenheid;
de Commandant van Netherlands Maritime Special Operations Force voor het militair personeel geplaatst bij deze eenheid;
de Commandant van Sea-based Support Group voor het militair personeel geplaatst bij deze eenheid;
10° de voor een oefening buiten Nederland aangewezen commandant van een samengestelde eenheid van het Commando Zeestrijdkrachten;
11° de Commandant van de Van Braam Houckgeestkazerne voor het in Nederland achterblijvend militair personeel geplaatst bij een eenheid van het Korps Mariniers met standplaats Doorn gedurende de periode dat de commandant van deze eenheid vanwege oefeningen buiten Nederland verblijft;
12° de Commandant Defensie Duikgroep voor het militair personeel geplaatst bij deze eenheid;
c. bij de Directie Materiele Instandhouding:
de Commandanten van de marinekazernes voor het militaire personeel werkzaam bij de marinekazernes;
de Commandant van de marinekazerne Amsterdam voor het militair personeel werkzaam bij het Commando Zeestrijdkrachten met de standplaats Amsterdam, waarvoor geen andere tot straffen bevoegde meerdere is aangewezen;
de Commandant van de Van Ghentkazerne voor het militair personeel werkzaam bij het Commando Zeestrijdkrachten met de standplaats Rotterdam, waarvoor geen andere tot straffen bevoegde meerder is aangewezen;
de Commandant van de Van Braam Houckgeestkazerne voor het militair personeel werkzaam bij het Commando Zeestrijdkrachten met de standplaats Doorn, waarvoor geen andere tot straffen bevoegde meerdere is aangewezen;
d. bij de Directie Personeel en Bedrijfsvoering:
het Hoofd Opleidingen Koninklijke Marine voor het militaire personeel werkzaam bij de directie en staf van de afdeling Opleidingen Koninklijke Marine;
de Commandant van de Nederlands Belgische Operationele School voor het Nederlandse militaire personeel geplaatst bij deze school;
de Commandant van de Koninklijke Marine Technische Opleidingen voor het militaire personeel geplaatst bij deze opleidingen;
de Commandant van de School voor Militaire Vorming Bedrijfsvoering en Onderwijskunde voor het militaire personeel geplaatst bij deze school;
de Commandant van de School voor Chemische, Biologische. Radiologische en Nucleaire Verdediging, Damage Control en bedrijfsveiligheid voor het militaire personeel geplaatst bij deze school;
de Commandant van de Defensie Duikschool voor het militaire personeel geplaatst bij deze school;
de Commandant van het Mariniers Opleidingscentrum voor het militaire personeel geplaatst bij het Mariniers opleidingscentrum;
de Nederlandse detachementcommandant van de Mijnen Bestrijding School Oostende voor het Nederlandse militaire personeel geplaatst bij deze school;
de Nederlandse detachementcommandant van het Competentiecentrum voor de vorming steun Belgisch-Nederlandse departement catering voor het Nederlandse militaire personeel geplaatst bij deze school;
e. bij de Commandant der Zeemacht in het Caribisch gebied:
de officier belast met het bevel over een vaartuig van de kustwacht voor het Koninkrijk der Nederlanden in het Caribisch gebied
de plaatsvervangend Commandant der Zeemacht in het Caribisch gebied voor het militair personeel geplaatst binnen het bevelsgebied van de Commandant der Zeemacht in het Caribisch gebied, waarvoor geen andere tot straffen bevoegde meerdere binnen dit bevelsgebied is aangewezen.
7.
Als bevelvoerende militairen, bedoeld in artikel 49, eerste lid, onder b, Wet militair tuchtrecht worden als tot opleggen van straffen bevoegden bij het Commando Landstrijdkrachten aangewezen:
a. bij de Staf Commando Landstrijdkrachten:
de plaatsvervangend Commandant Landstrijdkrachten;
de Chef Kabinet;
het Hoofd van de Afdeling Integratie;
het Hoofd Bestuursondersteuning;
de Directeur Financiën & Control;
de Directeur Training & Operatiën;
de Directeur Materieel & Diensten;
de Directeur Personeel & Organisatie;
de Commandant Trainingsgeneeskunde & Trainingsfysiologie;
10° de Commandant Personeelscommando;
11° de Commandant Landelijke Personeelsdienst;
12° de Commandant Loopbaanbegeleiding;
13° de Commandant van de Personeelsdienst van het Operationeel Ondersteunings Commando Land (OOCL) en Materieel Logistiek Commando (MatLogCo);
14° de Commandant van de Personeelsdienst Opleidings- en Trainingscommando (OTCO);
15° de Commandant van de Personeelsdienst van 11 Luchtmobiele Brigade (11 LMB), Defensie Grondgebonden Luchtverdediging Commando (DGLC) en het High Readiness Forward Headquarters (HRFHQ);
16° de Commandant van de Personeelsdienst 13 Gemechaniseerde Brigade (13 Mechbrig);
17° de Commandant van de Personeelsdienst 43 Gemechaniseerde Brigade (43 Mechbrig);
18° de Commandant van het Defensie Cyber Commando (DCC);
19° de plaatsvervangend Commandant van het DCC voor het personeel van de staf;
20° de Commandant Cyber Operations van het DCC
21° de Commandant Cyber Technology van het DCC;
22° de Commandant van het Defensie Cyber Expertise Centrum;
b. bij HQ 1 (GE/NL)Corps:
de plaatsvervangend Commandant van de Staff Support Company van het Staff Support Battalion van HQ 1 (GE/NL)Corps;
de plaatsvervangend Commandant van het Staff Support Battalion van HQ 1 (GE/NL)Corps voor het personeel van het Staff Support Battalion van HQ 1 (GE/NL) Corps waarvoor geen andere tot straffen bevoegde meerdere is aangewezen;
het Hoofd Sectie 1 van het CIS Battalion voor het Nederlandse personeel van de Staf en de Staff Company van het CIS Battalion van HQ 1 (GE/NL)Corps;
de plaatsvervangend Commandant van 1 CIS Company van het CIS Battalion van HQ 1 (GE/NL)Corps;
de Chief of Staff, of als deze functie niet door Nederland is bezet de Deputy of Staff Operations and Training, voor het Nederlandse personeel geplaatst bij HQ 1 (GE/NL)Corps waarvoor geen andere tot straffen bevoegde meerder is aangewezen;
de Deputy Assistant Chief of Staff (DACOS) G3 voor het Nederlandse personeel geplaatst bij de Operations and Training Division van HQ 1 (GE/NL)Corps;
de Assistant Chief of Staff (ACOS) G8 voor het Nederlandse personeel geplaatst bij de Resources Division van HQ 1 (GE/NL)Corps;
de ACOS G5, of als deze functie niet door Nederland is bezet de DACOS G5 voor het Nederlandse personeel geplaatst bij de Knowledge, Plans and Policy Division van HQ 1 (GE/NL)Corps;
de Staff Officier Plans voor het Nederlandse personeel geplaatst bij de Communication and engagement Division van HQ 1 (GE/NL)Corps;
c. bij 11 LMB:
de Commandant 11 LMB;
de Chef Staf/plaatsvervangend Commandant 11 LMB voor het personeel van de staf;
de Commandant van het Basecommando;
d. bij 13 (Mechbrig:
de Commandant 13 Mechbrig;
de Chef Staf/plaatsvervangend Commandant 13 Mechbrig voor het personeel van de staf;
de Commandant van het Basecommando;
de Commandant van een herstelpeloton 13 Hrstcie Mechbrig;
e. bij 43 (Mechbrig:
de Commandant 43 Mechbrig;
de Chef Staf/plaatsvervangend Commandant 43 Mechbrig voor het personeel van de staf;
de Commandant van het Basecommando;
de Commandant van een herstelpeloton 43 Hrstcie Mechbrig;
f. bij het Korps Commandotroepen (KCT):
de Commandant KCT;
de plaatsvervangend Commandant KCT voor het personeel van de staf;
het Hoofd Interservice Kenniscentrum Speciale Operaties;
de Commandant Defensie Paraschool;
g. bij het Operationeel Ondersteuningscommando Land (OOCL):
de Commandant OOCL;
de Chef Staf OOCL voor het personeel van de staf;
de Chef Staf Vuursteuncommando;
de Commandant Artillerie Schietkamp;
de plaatsvervangend Commandant Vuursteunschool;
de Commandant Instructiegroep Fire Support Integration Vuursteunschool;
de Commandant Instructiegroep Mortieren Vuursteungroep;
de Commandant Instructiegroep Voortgezette Vakopleiding Vuursteunschool;
de Commandant Instructiegroep Vuurmond Vuursteunschool;
10° de Chef Staf B&TCo voor het personeel van de staf van het B&TCo;
11° de Commandant 1 Civiel en Militair Interactie Commando;
12° de Commandant Ondersteuningsgroep (OG) CLAS;
13° het Hoofd sectie interne dienstverlening van Staf OG CLAS;
14° de Directeur van het Militair Penitentiar Centrum;
15° de Commandant Dienst Geografie CLAS;
16° de Commandant Militaire Muziek CLAS over het personeel van de Koninklijke Militaire Kapel ‘Johan Willem Friso’, en het personeel van het Fanfarekorps Koninklijke Landmacht ‘Bereden wapens’, en het personeel van de regimentsfanfare ‘Garde Grenadiers en Jagers’;
17° de Commandant Fanfare Korps Nationale Reserve;
18° de Commandant Bureau Individuele Uitzendingen/Security Sector Reform;
19° de Commandant Administratief Detachement OOCL;
20° de Commandant van het Joint Intelligence Surveillance Targeting and Reconaissance Commando (JISTARC);
21° de plaatsvervangend Commandant van het JISTARC;
22° de Commandant van het Defensie Inlichtingen en Veiligheidsinstituut;
23° de Commandant Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EODD);
24° de Chef Staf EODD, tevens plaatsvervangend commandant EODD voor het personeel van de staf;
25° de Commandant van de school EODD;
26° het hoofd Kenniscentrum EODD;
h. bij het Opleidings- en Trainingscommando (OTCo):
de Commandant OTCo;
de Chef Staf van het OTCo voor het personeel van de staf;
de Commandant van het Land Training Centre;
de Commandant van het Land Warfare Centre;
de Chef Staf Opleidings- en Trainingscommando Logistiek (OTCLog);
de schoolcommandanten van het OTCLog en de School Initi?le en Verdere Opleidingen/School Techniek & Onderhoud/School Materi?le en Personele Logistiek;
het Hoofd Kenniscentrum Logistiek van het OTCLog;
het Hoofd Kenniscentrum Geneeskundige Dienst van het OTCLog;
de Commandant Lichamelijke Opvoeding (LO)/Sportregio;
10° de Chef Staf tevens plaatsvervangend commandant LO/Sportorganisatie;
11° het Hoofd Sectie Opleiding, Training en Kennisproductie (OTK) van de LO/Sportorganisatie;
12° de plaatsvervangend Commandant Koninklijke Militaire School (KMS)/Chef Staf;
13° het Hoofd Sectie Initi?le Opleidings Planning en Begeleiding van de KMS;
14° de Commandant School Initi?le Vorming Onderofficieren van de KMS;
15° het Hoofd Opleidingszaken/plaatsvervangend Commandant School Initi?le Vorming Onderofficieren van de KMS;
16° de Commandant School Verdere Vorming Onderofficieren van de KMS;
17° de Commandant School Noord, Luchtmobiel en Zuid van de KMS;
18° het Hoofd Opleidingen van School Noord, Luchtmobiel, en Zuid van de KMS;
19° de Commandant Regionaal Opleidingen Centrum Instructeur Compagnie van de KMS;
20° de Chef Staf van het Opleidings- en Trainingscentrum Genie (OTCGenie);
21° de Commandant van de Mineurs- en Sappeurs School van het OTCGenie;
22° de Commandant van het Defensie CBRN Centrum van het OTCGenie;
23° de Chef Staf OTCRij;
24° de Commandant van de Bedrijfsschool van het Opleidings- en Trainingscentrum Rijvaardigheid (OTCRij);
25° de Commandant van het Logistiek peloton van het OTCRij;
26° de Commandant van de 1 e Opleidingscompagnie van het OTCRij;
27° de Commandant van de 2 e Opleidingscompagnie van het OTCRij;
28° de plaatsvervangend Commandant/Chef Staf Opleidings- en Trainingscentrum Manoeuvre (OTCMan);
29° de Commandant van het Kenniscentrum Grondgebonden Manoeuvre van het OTCMan;
30° de Commandant van de School voor Vredesmissies van het OTCMan;
31° de Commandant van de School Grond-Lucht Samenwerking van het OTCMan;
32° de Commandant School Verbindingsdienst van het OTCMan;
33° de Commandant Manoeuvreschool van het OTCMan;
34° de Commandant Schiet Training School van het OTCMan;
35° de Commandant Logistieke Compagnie van het OTCMan;
36° de Commandant Joint Kenniscentrum Militair en Uitrusting van het OTCMan;
i. bij het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando (DGLC):
de Commandant DGLC;
de Chef Staf DGLC tevens plaatsvervangend commandant DGLC voor het stafpersoneel;
het Hoofd Kenniscentrum DGLC
de Commandant Opleidings & Trainingsbatterij DGLC;
de Commandant 800 Ondersteunend Squadron;
de Commandant 802 Patriot Squadron;
de Commandant 13 Luchtverdedigingsbatterij;
j. bij het Materieellogistiek Commando Land (MatLogCo):
de Commandant MatLogCo;
de Chef Staf MatLogCo voor het stafpersoneel;
de Commandant van de Afdeling Systemen & Analyse;
de Commandant van de Afdeling Techniek;
5° de Commandant van de Afdeling Logistiek;
de Commandant van 300 Materieellogistieke Compagnie;
k. bij de overige eenheden:
de Commandant van een schietserie;
de Commandant van een vaste kampstaf in het buitenland;
de Commandant van een nadetachement van een uitgezonden eenheid;
de plaatsvervangend Commandant van een Nationale Reserve bataljon voor het stafpersoneel van het bataljon;
de plaatsvervangend Commandant centrale verzorging militairen;
de Commandant van een krijgsgevangenkamp;
de Commandant van een detachement van het CLAS.
8.
Als bevelvoerende militairen, bedoeld in artikel 49, eerste lid, onder b, Wet militair tuchtrecht worden als tot opleggen van straffen bevoegden bij het Commando Luchtstrijdkrachten (CLSK) aangewezen:
a. de Commandant van een detachement van het CLSK;
b. de Commandant van het Centrum voor Mens en Luchtvaart;
c. de Commandant van de Joint Meteorologische Groep;
d. de hoogst geplaatste militair van het CLSK op de locaties Ft Rucker, Sheppard Air Force Base, Tucson Air Force Base, Papa Hongarije en Geilenkirchen;
e. de Directeur van de Kapel van het CLSK;
f. de Directeur van het Militair Luchtvaartmuseum;
g. de Chef Staf of enig andere functionaris van een onderdeel van het CLSK belast met dergelijke taken en werkzaamheden;
h. de Chef Kabinet van het CLSK;
i. het Hoofd Stafgroep Juridische Zaken van het CLSK;
j. het Hoofd Kernstaf van het CLSK;
k. het Hoofd Stafgroep Bedrijfsveiligheid van het CLSK;
l. het Hoofd Afdeling Financiën & Control van het CLSK;
m. het Hoofd Operatiecentrum van het CLSK;
n. het Hoofd Afdeling Jachtvliegtuig Operaties van het CLSK;
o. het Hoofd Afdeling Helikopter Operaties van het CLSK;
p. het Hoofd Afdeling Luchttransport en Tanker Operaties van het CLSK;
q. het Hoofd Afdeling Command, Control, Communications, Computers, Intelligence, Surveillance en Reconnaissance van het CLSK;
r. het Hoofd Afdeling Personeelsmanagement en Bedrijfsvoering van het CLSK;
s. het Hoofd Afdeling Personele Plannen en Ketenbeheer van het CLSK;
t. het Hoofd Afdeling Gezondheidszorg Operaties van het CLSK;
u. het Hoofd Afdeling Materieellogistieke Gereedheid en Externe Assortimenten van het CLSK;
v. het Hoofd Afdeling Materieellogistieke Regelgeving en Ontwikkeling van het CLSK;
w. het Hoofd Afdeling Vliegproeven en Operationele Publicaties;
x. het Hoofd Afdeling Programmamanagement bij het Logistiek Centrum Woensdrecht;
y. het Hoofd Afdeling Onderhoud en Logistiek bij het Logistiek Centrum Woensdrecht;
z. de plaatsvervangend CLSK.
9.
Als bevelvoerende militairen, bedoeld in artikel 49, eerste lid, onder b, Wet militair tuchtrecht worden als tot opleggen van straffen bevoegden bij het Commando Koninklijke Marechaussee (CKMar) aangewezen:
a. bij de Staf CKMar:
de plaatsvervangend Commandant Koninklijke Marechaussee;
de hoogste officier van de Koninklijke Marechaussee geplaatst bij Joint Forces Command (JFC) Brunssum over het personeel dat is geplaatst bij JFC Brunssum maar administratief is ondergebracht bij Staf KMar;
de hoogste officier van de Koninklijke Marechaussee geplaatst op de NAVO vliegbasis te Geilenkirchen maar administratief is ondergebracht bij de Staf Kmar;
b. bij de Commandogroep Landelijk Tactisch Commando de Commandant Landelijk Tactisch Commando;
c. bij de Districten KMar Schiphol, Zuid, Noord-Oost en West:
de Brigadecommandanten;
het Hoofd van de Afdeling Handhaving en Toezicht van de Districtsstaf District KMar Schiphol;
het Hoofd Ondersteuning van de Districtsstaf District KMar Schiphol;
de plaatsvervangend Districtscommandant over de militairen binnen de Districtsstaf waarvoor geen andere tot straffen bevoegde meerdere is aangewezen;
het Hoofd Expertisecentrum Identiteitsfraude en Documenten;
d. bij het District Landelijke en Buitenlandse Eenheden:
de Brigadecommandanten;
de plaatsvervangend Brigadecommandant van de Brigade Caribisch Gebied;
de Commandant van het Korps Militaire Controleurs Gevaarlijke Stoffen;
de Directeur Operationele Ondersteuning van de Dienst Terugkeer en Vertrek over het KMar-personeel geplaatst bij de Dienst Terugkeer en Vertrek;
de plaatsvervangend Districtscommandant over de militairen binnen de Districtsstaf waarvoor geen andere tot straffen bevoegde meerdere is aangewezen;
De Districtscommandant over de Commandant het Korps Militaire Controleurs Gevaarlijke Stoffen en de Directeur Operationele Ondersteuning van de Dienst Terugkeer en Vertrek;
e. bij OTCKMar:
de Sectorcommandanten;
de plaatsvervangend Commandant OTCKMar voor zover geen andere tot straffen bevoegde meerdere is aangewezen.
10.
Als bevelvoerende militairen, bedoeld in artikel 49, eerste lid, onder b, Wet militair tuchtrecht worden als tot opleggen van straffen bevoegden bij de Defensie Materieel Organisatie (DMO) aangewezen:
a. de plaatsvervangend Directeur Defensie Materieel Organisatie voor al het personeel waarvoor binnen de DMO geen andere tot straffen bevoegde meerdere is aangewezen;
b. de plaatsvervangend Directeur Wapensystemen voor al het personeel waarvoor binnen de Directie Wapensystemen en het Ressort Veiligheid, Directieadvies en Bedrijfsonder steuning geen andere tot straffen bevoegde meerdere is aangewezen;
c. het Hoofd Ressort Maritieme Systemen;
d. het Hoofd Ressort Grondgebondensystemen en Munitie;
e. het Hoofd Ressort Luchtvaartsystemen;
f. het Hoofd Ressort Logistieke systemen;
g. het Hoofd Ressort C41 systemen;
h. de Directeur Projecten en Verwerving voor al het personeel waarvoor binnen de Directie Projecten en Verwerving geen andere tot straffen bevoegde meerdere is aangewezen;
i. de Souschef Projecten;
j. de Directeur Logistieke Bedrijven;
k. de Directeur Defensie Bedrijf Grondgebonden Systemen;
m. de Directeur Marinebedrijf;
n. de Directeur Logistiek Centrum Woensdrecht;
o. de Directeur Defensie Munitiebedrijf;
p. de Directeur Kleding en Persoonlijke Uitrustingbedrijf;
q. de Directeur Defensie Bedrijfsstoffen Bedrijf;
r. de Transitiemanager DMO;
s. het Hoofd van de Afdeling Budget & Informatievoorziening.
11.
In geval van uitzendingen worden als bevelvoerende militairen, bedoeld in artikel 49, eerste lid, onder b, Wet militair tuchtrecht als tot opleggen van straffen bevoegden aangewezen:
a. de Commandant van een als zodanig door of namens de Commandant der Strijdkrachten aangewezen detachement, voor het rechtstreeks onder hem ressorterende personeel, met uitzondering van het personeel van de Koninklijke Marechaussee belast met de uitvoering van de politietaak ten behoeve van het uitgezonden Nederlandse militaire personeel;
b. de Senior National Representative of de Commandant CONTCO, voor het rechtstreeks onder hem ressorterende personeel en voor het overige personeel waarvoor ter plaatse geen tot straffen bevoegde meerdere aanwezig is, met uitzondering van het personeel van de Koninklijke Marechaussee belast met de uitvoering van de politietaak ten behoeve van het uitgezonden Nederlandse militaire personeel en met uitzondering van het personeel van de MIVD belast met de uitvoering van de nationale inlichtingentaak;
c. De Directeur van de Directie Operaties voor de Senior National Representative of de Commandant CONTCO die zich in het betreffende uitzendgebied bevindt;
d. de Commandant van het detachement van de Koninklijke Marechaussee belast met de uitvoering van de politietaak ten behoeve van het uitgezonden Nederlandse militaire personeel, voor het rechtstreeks onder hem ressorterende personeel;
e. het Hoofd van het MIVD-personeel belast met de uitvoering van de nationale inlichtingentaak, voor het rechtstreeks onder hem ressorterende personeel;
f. de Directeur Operaties van de Koninklijke marechaussee voor de Commandant van het detachement van de Koninklijke Marechaussee belast met de uitvoering van de politietaak ten behoeve van het uitgezonden Nederlandse militaire personeel;
g. het Hoofd Afdeling Inlichtingenondersteuning van de MIVD voor het Hoofd van het MIVD- personeel belast met de uitvoering van de nationale inlichtingentaak;
Artikel 3. Intrekking
Ingetrokken wordt het Aanwijzingsbesluit ter uitvoering van de artikelen 4 en 49 van de Wet Militair Tuchtrecht, nr. BS/2010036818, van 8 november 2010.
Artikel 4. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2015.
Artikel 5. Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Aanwijzingsregeling 2015 ex. artikelen 4, tweede lid, en 49, eerste lid, onder b, Wet militair tuchtrecht.
Deze regeling wordt met de toelichting geplaatst in de Staatscourant en in de serie Ministeriële publicaties.
’s-Gravenhage, 29 mei 2015
De
Minister